Atelier 4.2 Onregelmatige werkwoorden: Partir-Dormir-Sortir

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

V2 semaine 35, jeudi

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

- parlons francais

- partir / sortir

Le but de cette lecon: Na deze les ken ik de onregelmatige werkwoorden partir en sortir, en ik kan de vormen gebruiken.

Tu t'appelles comment?

Tu habites où?

Tu as quel âge?

Tu as des frères ou des soeurs? / Qui sont dans ta famille?

ik vertrek

1. je pars
2. je sors
3. je dors
4. je ga weg

wij gaan uit

1. nous partons
2. vous partez
3. nous sortons
4. vous sortez

jij vertrekt

1. tu pars
2. tu part
3. tu sors
4. tu sort

jij gaat uit

tu sors

je pars

ik vertrek

ik ga uit

je sors

jij vertrekt

hij gaat uit

Wij vertrekken