Thema 3 Ordening basisstof 2

Thema 3: Ordening
3.2  Bacteriën en schimmels
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3: Ordening
3.2  Bacteriën en schimmels

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen?

3.2 bacteriën en schimmels
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de kenmerken van bacteriën noemen
- kan je de kenmerken van schimmels noemen
- kan je beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en in de natuur
- kan je beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen


Slide 3 - Diapositive

Bacteriën 

Slide 4 - Diapositive

 bacteriën
kenmerken:
- eencellig
- zeer klein: enkel met microscoop te zien
- GEEN kernmembraan/kern: chromosomen liggen los in het cytoplasma

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

bacteriën
voortplanting:
- door deling
- snel! veel nieuwe bacteriën in korte tijd!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

bacteriën
De verzameling bacteriën die uit de oorspronkelijke cel is ontstaan, noem je een bacteriekolonie.

Slide 9 - Diapositive

schimmels 
kenmerken:
- eencellig of meercellig
- GEEN bladgroenkorrels
- wel een celwand en celkern

Slide 10 - Diapositive

schimmels
Een eencellige schimmel wordt ook wel gist genoemd.

Een meercellige schimmel bestaat uit lange dunne draden: de schimmeldraden.


Slide 11 - Diapositive

schimmels
voortplanting:
- gisten (eencellig) planten zich voort door deling
- meercellige schimmels planten zich voort met  sporen
dit zijn cellen waaruit een nieuwe schimmel kan ontstaan.

Sporen kunnen aan het einde van schimmeldraden zitten, maar ze kunnen ook ontstaan in een speciaal orgaan: de paddenstoel.



Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

3.2 bacteriën en schimmels

Bacteriën en schimmels kunnen nuttig en schadelijk zijn.


Slide 14 - Diapositive

3.2 bacteriën en schimmels
Bacteriën en schimmels worden ook wel reducenten genoemd, omdat ze dode resten van organismen opruimen. 

Hierbij komen voedingsstoffen vrij die door planten kunnen worden gebruikt.

Slide 15 - Diapositive

bacteriën en schimmels

Sommige bacteriën en schimmels worden gebruikt bij de productie van voedingsmiddelen
- bacteriën: yoghurt, zuurkool
- schimmels: kaas, brood, bier en wijn



Slide 16 - Diapositive

bacteriën en schimmels
bacteriën en schimmels worden ook gebruikt bij het maken van medicijnen.

Uit penseelschimmels wordt penicilline gemaakt. Penicilline is een antibioticum.

Slide 17 - Diapositive

3.2 bacteriën en schimmels
Een antibioticum is een middel dat bacteriën doodt.
Een arts kan antibiotica voorschrijven als je bv. een keelontsteking hebt.

Je moet de kuur wel afmaken. Anders kunnen er nog bacteriën in je lichaam blijven leven. Je kunt dan opnieuw ziek worden.

Slide 18 - Diapositive

3.2 bacteriën en schimmels
Bacteriën en schimmels kunnen ook schadelijk zijn:
- voedselbederf
- infecties: ziekteverwekkers (longontsteking, oorontsteking)

Met een goede hygiëne kan je dit voorkomen.

Slide 19 - Diapositive

3.2 bacteriën en schimmels
Ook schimmels kunnen een infectie veroorzaken. Dit noem je een schimmelinfectie. Dit kan je bestrijden met medicijnen.

Bijvoorbeeld voetschimmel/zwemmerseczeem.

Slide 20 - Diapositive

plantencel
dierlijke cel
schimmelcel
bacterie

Slide 21 - Question de remorquage

Wat hebben bacteriën niet?
A
Celwand
B
Bladgroenkorrels
C
Celkern
D
Celplasma

Slide 22 - Quiz

Schimmels hebben:
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 23 - Quiz

Hoe vermeerderen bacteriën zich?
A
Door sporen
B
Door deling
C
Door toxinen
D
Door geslachtelijke voortplanting

Slide 24 - Quiz

Hoe kan een schimmel zich voortplanten
A
zaden
B
sporen
C
celdeling

Slide 25 - Quiz

Bacteriën zijn....
A
eencellig
B
meercellig
C
eencellig en meercellig

Slide 26 - Quiz

Wat zijn schimmels en bacteriën?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Reducenten

Slide 27 - Quiz

Tegen welke schadelijk organismen worden antibiotica zoals penicilline gebruikt?
A
tegen schadelijke bacteriën
B
tegen schadelijke dieren
C
tegen schadelijke planten
D
tegen schadelijke schimmels

Slide 28 - Quiz

zelf aan de slag
3.2 Bacteriën en schimmels: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1, 2, 4, 5, 7 en 9 maken
(vanaf blz. 211)

Slide 29 - Diapositive

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de kenmerken van bacteriën noemen
- kan je de kenmerken van schimmels noemen
- kan je beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en in de natuur
- kan je beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen


Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo