mavo3/4: voortplanting: samenvatting

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

hormonen
hypofyse



teelballen/eierstokken

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Waar worden de zaadcellen gemaakt?
A
Bijballen
B
Teelballen
C
Prostaat
D
Zaadblaasjes

Slide 5 - Quiz

Waar komt iedere maand een eicel vrij?
A
Vagina
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Eierstok

Slide 6 - Quiz

Ovulatie, bevruchting en menstruatie
Zaadcel gaat eicel binnen

Slide 7 - Diapositive

ovulatie/eisprong

Slide 8 - Diapositive

Ovulatie
Ovulatie is een moeilijk woord voor eisprong
De eicel komt 1 keer in de 4 weken vrij.
Dit is exact in het midden van de menstruatiecyclus,

Menstruatiecyclus:
Dag 1 = eerste dag van de menstruatie
Dag 14  => eisprong!!
Dag 28 => weer menstruatie

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Menstruatie
Als er geen bevruchting heeft plaatsgevonden, is het baarmoederslijmvlies niet meer nodig.
Het wordt dan afgebroken.
Hierbij komt er bloed en stukje slijmvlies uit de vagina.
De baarmoeder verkrampt: dit doet pijn. Daarom hebben veel vrouwen pijn tijdens de menstruatie

Slide 14 - Diapositive

Vruchtbare periode
Na de ovulatie blijft een onbevruchte eicel ongeveer 12 tot 24 uur leven.
Daarna sterft de eicel af in de eileider en worden de resten opgenomen in het bloed.
Alleen als de eicel wordt bevrucht, kan de eicel langer in leven blijven.

Zaadcellen kunnen in het lichaam van de vrouw ongeveer 2 dagen leven.

Elke 4 weken is er daarom een perioden van ongeveer 5 tot 6 dagen dat een geslachtsgemeenschap kan leiden tot bevruchting van een eicel.

Dit is de vruchtbare periode
Deze duurt van ongeveer 3 dagen voor de ovulatie tot 1 of 2 dagen na de ovulatie.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose
C
Mitose en meiose

Slide 18 - Quiz

Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose?
A
Mitose
B
Meiose
C
Mitose en meiose

Slide 19 - Quiz

Bevruchting
Bevruchting vindt plaats in de eileider!!!
Een zaadcel zwemt door de eileider naar de eicel
Er kan maar 1 zaadcel de eicel binnendringen
Als de kern van de zaadcel en 
de kern van de eicel samensmelten 
tot 1 nieuwe cel heb je bevruchting.

Slide 20 - Diapositive

bevruchting

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

ontwikkeling baby:

bevruchting
zwangerschap

Slide 24 - Diapositive

Ontwikkeling ongeboren kind
bevruchte eicel gaat zich delen delen.
innesteling baarmoederslijmvlies
 voedingsstoffen en zuurstof
baarmoederslijmvlies wordt de placenta (= moederkoek) 
en de naveltreng. De embryo krijgt nu voedingsstoffen 
en zuurstof via de placenta.

Slide 25 - Diapositive

Ontwikkeling ongeboren kind
namen:
 bevruchte eicel  =>  tot de innesteling
embryo => tot week 12
foetus    => na week 12

Slide 26 - Diapositive

Placenta
De placenta bestaat uit bloedvaten van de moeder en bloedvaten van het kind.
HET BLOED MENGT NIET!!!

De bloedvaten liggen naast elkaar en kunnen zo 
  1. voedingsstoffen en zuurstof aan het bloed van het kind geven  
  2. afvalstoffen aan het bloed van de moeder geven.

Slide 27 - Diapositive

Navelstreng
  • Verbindt embryo met placenta
  • Twee navelstrengslagaders van embryo naar placenta (zuurstofarm, afvalstoffen)
  • Één navelsrengader van placenta naar embryo (zuurstofrijk, voedingsstoffen)

Slide 28 - Diapositive

Vruchtvliezen
  • Vliezen die vanaf de placenta om de baby lopen
  • Houden het vruchtwater vast

Slide 29 - Diapositive

Vruchtwater
  • Water om de baby heen, wordt vastgehouden door de vruchtvliezen.
  • Beschermt de baby tegen:                      uitdrogen                                                    temperatuurwisselinge                        stoten

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

K12 Bevalling

Slide 32 - Diapositive

Bevalling
bestaat uit de volgende fasen:
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 33 - Diapositive

Bevalling
bestaat uit de volgende fasen:
  • Ontsluiting
  • Uitdrijving
  • Nageboorte

Slide 34 - Diapositive

Ontsluiting
Bij ontsluiting wordt de baarmoedermond wijder:
De baby kan er dan makkelijker uit.
De ontsluiting ontstaat door ontsluitingsweeën.

Slide 35 - Diapositive

Uitdrijving
Bij de uitdrijving wordt de baby uit het lichaam geperst.
Dit past maar net!

Uitdrijving vindt plaats door persweeën.

Slide 36 - Diapositive

Weeën
Er zijn 3 soorten weeën:
Ontsluitingsweeën:  veroorzaakt ontsluiting
Persweeën                 : perst de baby eruit
Naweeën                     : perst de nageboorte eruit. Daarnaast                                                         zorgen naweeën ervoor, dat de                                                                       baarmoeder  de normale grootte weer                                                       krijgt

Slide 37 - Diapositive

Nageboorte
Na de geboorte zit de placenta nog in de baarmoeder.
De vruchtvliezen en navelstreng zitten hier nog aan vast.
Tijdens de nageboorte komen deze naar buiten.
Nageboorte bestaat dus uit:
placenta
Vruchtvliezen
Navelstreng

Slide 38 - Diapositive

Nageboorte
Placenta

 Navelstreng

 Vruchtvliezen

Slide 39 - Diapositive

Het ontstaan van tweelingen

Slide 40 - Diapositive

Voorbehoeds-
middelen

Condoom: voorkomt dat sperma (met zaadcellen) in het lichaam van een vrouw komt.
Zo komen zaadcellen niet bij de evt. eicel en kan er geen bevruchting plaats vinden.

Slide 41 - Diapositive

De pil
Bevat hormonen die ervoor zorgen dat er in de eierstokken geen eicellen rijpen.
Dus:
- Geen eisprong
- Geen bevruchting

Slide 42 - Diapositive

Spiraaltje
Bevat koperdraad of hormonen.
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel niet in baarmoedervlies gaat nestelen.

Wordt door een arts in de baarmoeder geplaatst.

Slide 43 - Diapositive

Pessarium
Sluit de baarmoedermond af, zodat zaadcellen niet bij de eicellen kunnen komen.
De randen worden ingesmeerd met zaaddodende pasta.

Slide 44 - Diapositive

Sterilisatie
Onderbreken van de zaadleiders of eileiders. 

Man: geen zaadcellen in het sperma

Vrouw: eicellen komen niet in de baarmoeder en er kunnen geen zaadcellen bij de eicel komen.

Slide 45 - Diapositive

Onbetrouwbare methoden

Slide 46 - Diapositive

Wat kun je doen bij een noodgeval?
  • Pil vergeten
  • Morning-afterpil
  • Abortus

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Diapositive