CTER lang dag 2

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
PolitieorganisatiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 240 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Inchecken
  • Hoe zit je erbij vandaag?
  • Welke drie woorden zeggen iets over hoe jij je op dit moment  voelt?
  • Wat houdt jou op dit moment het meest bezig in de  opleiding?
  • Hoe zit jij er op dit moment bij, qua energie?
  • Hoe ziet vandaag jouw ideale lesdag eruit?

Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige les


Waar hebben wij het over gehad vorige les?

Slide 3 - Diapositive

Doelstelling vandaag
  • Je kunt uitleggen wat triggerfactoren zijn.
  • Je kunt de triggerfactoren onderverdelen in de drie   verschillende niveaus.
  • Je kunt de triggerfactoren herkennen in een   praktijkvoorbeeld.

Slide 4 - Diapositive

Radicalisering
Radicalisering is het proces waarbij een persoon of groep in toenemende mate opvattingen ontwikkelt die op gespannen voet staan met, of zelfs haaks staan op, de democratische rechtsorde. Een persoon of groep is daarbij steeds meer bereid om hier in de praktijk consequenties aan te verbinden, zowel in handelen als in mondelinge of schriftelijke uitingen. Denk eens aan anti-corona demonstranten.

Slide 5 - Diapositive

Triggerfactoren
Radicalisering is dus een complex proces, waarbij veel verschillende factoren een rol spelen. 
Vaak zijn het concrete gebeurtenissen die het proces in gang zetten of versnellen. Die gebeurtenissen heten ook wel triggerfactoren.

Er zijn verschillende triggerfactoren die uiteindelijk tot radicalisering en dus extremistisch denkgoed kunnen leiden. Deze triggerfactoren worden verdeeld in drie verschillende en opbouwende niveaus:

Slide 6 - Diapositive

1. Persoonlijk niveau
Problemen thuis: Aanhoudende ruzies tussen gezinsleden, huiselijk geweld of een echtscheiding hebben een grote emotionele impact. Ze leiden soms tot het wegvallen van een sociaal vangnet. In die situatie kan iemand vatbaarder worden voor maatschappelijke isolatie, verslaving, crimineel gedrag, maar ook voor radicalisering.

Slide 7 - Diapositive

1. Persoonlijk niveau
Confrontatie met de dood: Door een ernstige ziekte, een ongeluk of de dood van een naaste kan een jongere in een persoonlijke crisis belanden. 

Slide 8 - Diapositive

1. Persoonlijk niveau
Ontslag en schooluitval: Schooluitval of verlies van werk heeft impact op iemands maatschappelijk perspectief en de betekenis die hij of zij aan het leven geeft. Daarnaast betekent het vaak een verlies van een deel van de sociale bindingen. Bij een gebrek aan dagbesteding, kan een jongere thuis komen te zitten of in de buurt rondhangen tijdens schooltijd.

Slide 9 - Diapositive

1. Persoonlijk niveau
Ervaringen met discriminatie: Ingrijpende ervaringen met discriminatie kunnen sterke gevoelens van frustratie, uitsluiting en boosheid richting andere groepen of de samenleving oproepen. Radicale groepen spelen vaak in op dit soort gevoelens. Vatbaarheid voor radicalisering kan toenemen als een jongere zelf discriminatie ervaart of dat ziet bij iemand in de nabije omgeving.

Slide 10 - Diapositive

1. Persoonlijk niveau
Aanvaring met autoriteiten: Een aanvaring met de politie of de gemeente kan een gevoel van frustratie en uitsluiting oproepen waardoor iemand gevoelig(er) kan worden voor isolatie, verslaving, crimineel gedrag of radicalisering.

Slide 11 - Diapositive

2. Groepsniveau
Verbreken van sociale banden: Door de breuk met het eigen gezin, de vriendengroep, sportclub, buurthuis of religieuze organisatie wordt iemands sociale leven armer. Zo ontstaat een gat waar radicale organisaties op in kunnen springen. Soms kiest iemand ook bewust voor het verbreken van die banden, omdat radicale (en soms criminele) groepen dat van hun leden eisen.

Slide 12 - Diapositive

2. Groepsniveau
Ontmoeting met een radicaal persoon: De ontmoeting en omgang met een radicaal persoon – een ronselaar of radicale vriend binnen het gezin, de wijk of bredere (online) omgeving – kan doorslaggevend zijn in het radicaliseringsproces. Vooral als een jongere al vatbaar is voor radicalisering, of zelfs al radicale ideeën heeft ontwikkeld.

Slide 13 - Diapositive

2. Groepsniveau
Toetreden tot een radicale groep: Dit is één van de belangrijkste triggers in het radicaliseringsproces. De jongere trekt zich terug in een gesloten groep met een afgebakende (radicale) identiteit, die bijvoorbeeld wordt geuit in uiterlijk en/of onverdraagzame meningen en gedrag. Binnen de groep wordt het radicale gedachtegoed verder ontwikkeld. Door het versterken van de onderlinge banden, en het verzwakken van oorspronkelijke sociale banden, wordt een terugkeer naar het leven vóór de radicalisering moeilijker

Slide 14 - Diapositive

2. Groepsniveau
Confrontatie met propaganda: Een jongere kan zowel offline als online in aanraking komen met radicale propaganda. Bijvoorbeeld als een groep jongeren dit materiaal met elkaar uitwisselt. Met name jongeren die zoeken naar betekenis, identiteit, rechtvaardigheid of sensatie kunnen hiervoor ontvankelijk zijn

Slide 15 - Diapositive

2. Groepsniveau
Deelname aan een radicaal trainingskamp: De deelname aan een radicaal of terroristisch trainingskamp van een radicale groep versterkt andere triggerfactoren: ze verstevigen de banden met de radicale groep en de confrontatie met propaganda is vaak heviger. Er kan ook van deelnemers worden geëist dat bestaande banden worden verbroken. En tenslotte kunnen gevechtsoefeningen de drempel naar het gebruik van geweld verlagen.

Slide 16 - Diapositive

3. Samenlevingsniveau
Beleid of debat: Overheidsbeleid of bepaalde uitspraken door politici kunnen als aanval worden gezien op de gemeenschap waarvan iemand zich onderdeel voelt en/of gevoelens van gekwetstheid, boosheid, frustratie en uitsluiting oproepen. En kunnen daarmee mensen vatbaar(der) maken voor radicalisering. Radicalen kunnen deze gebeurtenissen aangrijpen om hun propaganda te verspreiden

Slide 17 - Diapositive

3. Samenlevingsniveau
Militaire acties op aanslagen: Militaire acties en aanslagen die plaatsvinden in bijvoorbeeld de Westerse of Arabische wereld, kunnen gevoelens als onrechtvaardigheid, boosheid en frustratie bij jongeren oproepen. Ze kunnen de vatbaarheid voor radicalisering versterken. Radicale groepen grijpen deze gebeurtenissen meestal aan om een tegenstelling te versterken tussen de eigen groep en andere groepen in de samenleving.

Slide 18 - Diapositive

3. Samenlevingsniveau
Oproepen tot actie: Een oproep tot actie van een radicale groep om zich bij hen aan te sluiten of tot gewelddadige actie over te gaan kan vatbare personen aan het denken zetten. Of belangstellend maken naar de radicale ideologie. Het biedt aan geradicaliseerde personen een mogelijkheid om daadwerkelijk tot (gewelddadige) actie over te gaan.

Slide 19 - Diapositive

Vraag

Kennen jullie mensen in jou omgeving met 'triggerfactoren'? 
Wil/kan je daar iets over vertellen?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Opdracht
Beluister de podcast 'daders' in Itslearning en beantwoord de volgende vragen:

  •  Welke triggerfactoren hoor je terugkomen?
  • Welk niveau hoort bij elke triggerfactor?

Slide 22 - Diapositive

Opdracht 'triggerfactoren'

Maak de opdracht 'triggerfactoren' in Itslearning

Slide 23 - Diapositive

Evaluatie
  • Je kunt uitleggen wat triggerfactoren zijn.
  • Je kunt de triggerfactoren onderverdelen in de drie     verschillende niveaus.
  • Je kunt de triggerfactoren herkennen in een   praktijkvoorbeeld.

Slide 24 - Diapositive

Dag verslag en mindmap

Maak een dag verslag en vul je mindmap aan

Slide 25 - Diapositive