les 5 de dirigent

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7

De dirigent

Aan het eind van de les kunnen we 

• een metafoor uit een gedicht halen
  
• antwoorden geven die je niet letterlijk uit de tekst kunt halen

kenmerken van een gedicht

Strofen: 

Een gedicht bestaat uit verschillende soorten tekst. Het lijken alinea's maar het zijn strofen bij een gedicht.

Rijmschema:

Een schema die aangeeft welke regels op elkaar rijmen ( a-a-b-b of a-b-c-b)

Metafoor:

om het gedicht mooier te maken wordt  figuurlijk taalgebruik toegepast. Een metafoor is een vergelijking. 

Lees de titel en bekijk de afbeelding.
Waar denk je dat het gedicht over zal gaan?

1. Over iemand die de baas speelt op school.
2. Over verschillende gevoelens en emoties.
3. Over muziek.
4. Over sport.

De titel van het gedicht is Dirigent.Wie of wat is een dirigent.

1. Iemand die je toetsen nakijkt die je op school hebt gemaakt.
2. Een stofje in je hoofd dat ervoor zorgt dat je verschillende gevoelens en emoties ervaart .
3. Iemand die een orkest of een koor leidt en aangeeft hoe de muziek moet worden uitgevoerd.
4. Iemand die erop toeziet dat een wedstrijd eerlijk verloopt.

Een ander woord voor ritme.

Pauken

Harmonieus

symfonie

cadans

sentiment

lees het gedicht met z'n tweeën.

Waaraan kun je zien dat deze tekst een gedicht is? Kies 3 juiste antwoorden.
1.Aan de lengte van de tekst.
2.Aan de korte zinnen/regels.
3.Aan de rijmwoorden in de tekst.
4.Aan het onderwerp van de tekst.
5.Aan de herhaling van bepaalde zinnen.

De schrijver heeft een bepaalde opbouw gehanteerd in het gedicht; er zijn steeds een paar strofen die bij elkaar horen. Welke opbouw is juist.

1. Strofe 1 en 2 - strofe 3 en 4 - strofe 5 en 6 - strofe 7 en 8 en strofe 9
2. strofe 1 t/m 3-strofe 4 t/m 6 -strofe 7 t/m 9
3. Strofe 1 t/m 4 - strofe 5 t/m 8 -strofe 9
4. strofe 1 t/m 5 - strofe 6 t/m 9

De schrijver maakt gebruik van een rijmschema. Welk rijmschema past het beste bij het gedicht?

1. a-a-b-b
2. a-b-b-a
3. a-b-a-b
4. a-b-c-b

Welke strofe wijkt af van dit rijmschema?

Lees strofe 1 en 2 nog eens. Hoe voelt de ik-persoon in het gedicht zich hier waarschijnlijk?

1. enthousiast
2. onrustig
3. tevreden
4. verdrietig

Lees strofe 3 en 4 nog eens. Hoe voelt de ik-persoon in het gedicht zich hier waarschijnlijk niet?

1. boos
2. furieus
3. teleurgesteld
4. woedend

In strofe 3 lees je: Een donker, grauw geluid. Je kunt geluid niet zien. Wat bedoelt de schrijver met "een donker geluid"?

1. Een geluid dat je alleen hoort als het donker is.
2. Een geluid dat laag en dreigend klinkt.
3. De schrijver heeft een fout gemaakt en had eigenlijk moeten zeggen: een hard geluid

Lees strofe 5 en 6 nog eens. Welke gevoelens passen bij deze strofen. Kies de 3 beste antwoorden.
1. blij 4. opgetogen
2. enthousiast 5. rustig
3. onrustig 6. tevreden

Lees strofe 7 en 8 nog eens. Hoe voelt de ik-persoon in het gedicht zich hier waarschijnlijk?

In strofe 7 lees je: Een toonsoort in mineur. Wat betekent "mineur"?

1. Dat het een toonsoort is waarbij de tonen dreigend klinken.
2. Dat het een toonsoort is waarbij de tonen opgewekt klinken.
3. Dat het een toonsoort is waarbij de tonen opgejaagd klinken.
4. Dat het een toonsoort is waarbij de tonen droevig klinken.

In strofe 8 lees je: lange klanken in het hout. Wat bedoelt de schrijver met "het hout"?

1. De houten traptrede die kraakt als je er op staat.
2. De houten drumsticks waarmee je kunt trommelen.
3. De houten blaasinstrumenten.
4. De liefde die je voor iemand voelt.

Het gedicht eindigt met de zin: Maar ik ben zelf de dirigent...
Wat bedoelt de schrijver hiermee?

1. Dat de ik-persoon leider is van een orkest of koor.
2. Dat de ik-persoon van heel veel verschillende soorten muziek houdt.
3. Dat de ik-persoon zelf bepaalt naar welk soort muziek hij/zij luistert.
4. Dat de ik-persoon wel verschillende gevoelens ervaart, maar dat hij/zij zelf ook invloed heeft op hoe hij/zij zich voelt.

Weke metafoor gebruikt de schrijver in het gedicht?