palliatieve zorg gehandicaptenzorg

1 / 25
suivant
Slide 1: Vidéo
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat is voor jou belangrijk
rondom dood en doodgaan?

Slide 2 - Carte mentale

Sterfstijlen
Laten diversiteit van persoonlijke opvattingen zien

Mensen vinden verschillende dingen belangrijk, ook in de laatste levensfase

Kennis van de verschillen in persoonlijke voorkeuren maakt duidelijk op welke manieren mensen het liefst benaderd willen worden

Slide 3 - Diapositive

Opdracht theorie koppelen aan praktijk
-Wat betekent palliatieve zorg en complementaire zorg?
>Kijk vanuit  ervaringen wat palliatief terminale zorg betekent
-Wat is hierin van belang voor mensen met een verstandelijke beperking? > maak gebruik van onderstaande link en /of anderen
-Hoe ga je om met je eigen grenzen en gevoelens?
>reflecteer kritisch op jezelf

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Palliatieve zorg
Palliatieve zorg is zorg voor mensen met een beperkte levensverwachting. In Nederland wordt palliatieve zorg gestart wanneer men niet verbaasd zou zijn als een persoon binnen een jaar overleden zou zijn. De zorg is gericht op kwaliteit van leven, zowel voor de persoon als voor zijn of haar familie.

Slide 13 - Diapositive

vervolg
De beperkte levensverwachting kan komen door een ongeneeslijke ziekte (bijvoorbeeld vergevorderde kanker of hartziekte) of door ouderdom. De zorg richt zich op lichamelijk, psychologisch, sociaal en spiritueel welzijn. Palliatieve zorg ondersteunt mensen met een beperkte levensverwachting in het leven van hun eigen leven tot aan het overlijden. Er is ook ondersteuning voor naasten, zowel vóór als na overlijden.

Slide 14 - Diapositive

Wat is er speciaal aan palliatieve zorg bij een verstandelijke beperking?
Palliatieve zorg voor mensen met een verstandelijke beperking is minder goed ontwikkeld dan de palliatieve zorg in de algemene bevolking. Veel kennis uit de palliatieve zorg voor mensen uit de algemene populatie is niet of niet geheel van toepassing op mensen met een verstandelijke beperking. 

Slide 15 - Diapositive

Een aantal verschillen:

Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak een stapeling van aandoeningen, waardoor ze ‘lijken’ op mensen uit de algemene bevolking die veel ouder zijn. O.a. slikproblemen, epilepsie, zintuigstoornissen, slaapproblemen, problemen aan het bewegingsapparaat en mobiliteitsverlies komen vaker voor.
 


Er zijn sterke vermoedens dat mensen met een verstandelijke beperking vaak afwijkend reageren op bepaalde medicatie ten opzichte van mensen in de algemene bevolking. Voor slaap- en pijnmedicatie zijn er bijvoorbeeld vaak andere doseringen nodig.

Slide 16 - Diapositive

vervolg
Mensen met een verstandelijke beperking kunnen vaak niet zodanig communiceren dat ze gemakkelijk door anderen begrepen worden. Hierdoor is het vaststellen van het begin van de palliatieve zorgfase, het bepalen van zorgbehoeften en wensen, en ook het effect van behandelingen vaak bijzonder moeilijk.

Slide 17 - Diapositive

vervolg
Het betrekken van mensen met een verstandelijke beperking bij belangrijke beslissingen in de zorg en/of het bespreken van wensen vraagt om specifieke vaardigheden van formele en informele zorgers. Methoden om het normale leven en/of het kenmerkend gedrag van een persoon met een verstandelijke beperking in kaart te brengen zijn nog maar weinig ontwikkeld.

Slide 18 - Diapositive

vervolg
Zeker oudere mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak een minder goed ontwikkeld informeel netwerk dan mensen in de algemene bevolking. Goede signalering en ondersteuning vanuit het informele netwerk zijn daardoor minder vanzelfsprekend.
 

Slide 19 - Diapositive

vervolg
Er zijn sterke vermoedens dat mensen met een verstandelijke beperking vaak afwijkend reageren op bepaalde medicatie ten opzichte van mensen in de algemene bevolking. Voor slaap- en pijnmedicatie zijn er bijvoorbeeld vaak andere doseringen nodig.

Slide 20 - Diapositive

soorten sterfstijlen
de sociale sterfstijl

Slide 21 - Diapositive

de onbevangen sterfstijl

Slide 22 - Diapositive

de rationele sterfstijl

Slide 23 - Diapositive

de vertrouwende sterfstijl

Slide 24 - Diapositive

de proactieve sterfstijl

Slide 25 - Diapositive