Kern les 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lezen

Wat weet jij al?

Lesdoelen

Theorie

Quizz

Zelf aan de slag

Bespreken opdracht 7

Weektaak en planning

Pak je leesboek erbij!

Je gaat 10 minuten lezen.

Boek niet bij je? Melden bij mij en ga het nieuws lezen. 

Noem zoveel mogelijk werkwoorden

Wat zijn werkwoorden?

Leerdoelen

Aan het einde van de les kan ik de werkwoorden in een zin herkennen.

Aan het einde van de les kan ik je juiste vorm van een werkwoord invullen in de zin.

Ik vandaag naar supermarkt.

Wat mist hier?

In elke goede zin staat minstens één werkwoord.

Ik ga vandaag naar de supermarkt.

Werkwoord:

Zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.

In een zin staat tenminste één werkwoord.

Elk werkwoord heeft verschillende vormen.

Doen

Slapen

Eten

Drinken

Sporten

Schrijven

Gebeuren

Sneeuwen

Regenen

Hagelen

Werkwoorden kunnen veranderen van vorm

Ik ga

Hij gaat

De wij-vorm noemen we het hele werkwoord.

Wij lopen

Wij rijden

Haal het werkwoord uit de zin:

Ik word later profvoetballer.

1. ik
2. word
3. later
4. profvoetballer

Haal de werkwoorden uit de zin:

Wij zijn op vakantie geweest.

1. zijn
2. geweest
3. zijn, geweest
4. vakantie, zijn

Mohammed wil later graag bij de politie .....
(werken)

....... jij thuis veel voor school?
(werken)

Hij .... aan de provinciale wegen.
(werken)

Jongens, jullie hebben vandaag goed ......
(werken)

Wij ..... gisteren hard aan onze conditie.
(werken)

Ajax moet hard .... voor de zege.

Hoe is het gegaan?

😒🙁😐🙂😃

Ik heb extra uitleg nodig.

Ja

Nee

• Laat de leerlingen de vraag beantwoorden op hun telefoon.
• Vraag een aantal leerlingen hoe het komt dat dit lastig kan zijn.

Zelfstandig werken

Wat?	KERN 5: opdracht 2 t/m 12
Hulp nodig?	Overleg met je buurman/buurvrouw. Lees uitleg op bladzij 14. Steek je hand op.
Tijd?	Tot 13:00
Klaar?	Lezen, werkbladen of weektaak (begin vast met les 6)
Hierna?	Bespreken opdracht 7

Nabespreken opdracht 7

Weektaak:

Les 5 en 6

Woensdag les 6 (af)maken en nabespreken toets.

Ik kan de werkwoorden in een zin herkennen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de juiste vorm van een werkwoord invullen in de zin.

😒🙁😐🙂😃