1H week 8 P3 les 1 Grammatica herhaling

Welkom 1H
Doe je telefoon in de telefoontas. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 1H
Doe je telefoon in de telefoontas. 
Ga op je vaste plek zitten. 
Pak je leesboek. 
Laat de iPad in de tas. 
Geen tas op tafel.
Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
10 minuten lezen
werkwoordsvormen H7
bedrijvende/actieve vorm
lijdende/passieve vorm

Slide 2 - Diapositive

Stil lezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Je leert hoe je werkwoordsvormen herkent in een zin. 

Slide 4 - Diapositive

Cijfers PO
Wie heeft het artikel nog niet ingeleverd?

Slide 5 - Diapositive

Herhaling vorige les
We hebben woordsoorten besproken:
werkwoord
zelfstandig naamwoord
lidwoord
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Diapositive

Taalkundig ontleden 
  • De woorden van een zin kan je indelen in woordsoorten. 

  • Het benoemen van die woorden heet taalkundig ontleden

Slide 7 - Diapositive

Werkwoorden WW
  • Eén van de woordsoorten is het werkwoord. 
  • In een zin staat altijd in ieder geval één werkwoord.
  • Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet. 
  • Kijken, lachen, fietsen, plassen

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord ZN
  • Dit is een woord voor een mens, dier, ding, plant of gevoel.
  • kat, huis, hond liefde, verdriet, cactus
  • Heeft meestal een enkelvoud en meervoud: kat/katten.
  • Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken: koekje, bakje, boekje.  
  • Je kunt er 'de', 'het' of 'een' voorzetten. 

Slide 9 - Diapositive

Lidwoord LW
  • De, het of een

  • Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord. 
  • de fiets, het huis, de hond, een dier

Slide 10 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord BN
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Staat meestal vóór en soms achter een zelfstandig naamwoord.

Slide 11 - Diapositive

Werkwoorden geven de tijd van de zin aan

Slide 12 - Diapositive

Werkwoorden zetten de zin in een bedrijvende of lijdende vorm. 

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk nakijken

Theorie lezen H7 en maken opdracht 1 t/m 5

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Noteer in je agenda:

Theorie lezen H7 en maken opdracht 6 t/m 9




    Slide 15 - Diapositive

    Aan de slag

    • Ga aan de slag met het maken van de opdrachten. 
    • Je mag overleggen met je buur, maar doe dit zachtjes. 

    Ben je klaar?
    Je gaat lekker lezen. 

    Slide 16 - Diapositive


    Is de opdracht duidelijk?

    Slide 17 - Diapositive

    Volgende les


    H7 werkwoordsvormen en uitleg H35 voornaamwoorden

    Slide 18 - Diapositive

    Zijn voor jou de lesdoelen behaald

    Ik kan uitleggen wat zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden zijn. 

    Slide 19 - Diapositive

    Hoe ging deze les?
    Wat heb je geleerd vandaag?

    Wat vond je leuk aan deze les? 

    Heeft iemand vragen?

    Slide 20 - Diapositive

    Fijne dag 
    &
    tot de volgende keer!

    Slide 21 - Diapositive