2.2 + 2.3 transactiekosten, geldschepping

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

1) Hoe werkt de Wet van Gresham in een situatie waarin er zowel gouden munten als papiergeld in omloop zijn? Wat doen mensen met hun goud en waarom?

2) Waarom werkt ons huidige geldsysteem op basis van vertrouwen, en welke rol speelt de overheid in het fiduciaire geldsysteem? (gebruik 'intrinsieke waarde van geld' in je antwoord)

3) Beoordeel goud als geld. Doe dit met behulp van de '4 technische vereisten' van geld

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Paragraaf 2.2
Opdracht 14 en 16

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Paragraaf 2.2
Opgave 17, 19, 20

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel geld is er ongeveer in omloop in Nederland?
A
140 miljard
B
240 miljard
C
340 miljard
D
440 miljard

Slide 16 - Quiz

Hoeveel daarvan in chartaal geld?
A
30 miljard
B
40 miljard
C
100 miljard
D
140 miljard

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Balans bedrijf

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Bereken het liquiditeits%
A
6%
B
15%
C
35%
D
88%

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Bereken het liquiditeits%
A
6%
B
15%
C
35%
D
88%

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Voldoet bank A aan de de liquiditeitseis van 10%

Slide 31 - Question ouverte

Bereken hoeveel krediet bank L nog mag uitlenen bij een liquiditeitseis van 10%

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive