2.2 Romeins Imperium

Hoofdstuk 2 - De Grieks-Romeinse wereld
Periode: oudheid, tijd: 3000 v.C. - 500 n.C.
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 - De Grieks-Romeinse wereld
Periode: oudheid, tijd: 3000 v.C. - 500 n.C.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kan uitleggen hoe de democratie, aristocratie & monarchie samenkomen in de Romeinse Republiek
- Je kan vier oorzaken en gevolgen benoemen van de uitbreiding van het Romeinse Imperium (Kan hierbij het begrip Romanisering toepassen)
- Je beargumenteren waarom en wanneer het Romeinse Rijk ophoudt met bestaan.

Slide 2 - Diapositive

Kenmerkend aspect 
(6) De groei van het Romeins imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.

Slide 3 - Diapositive

Rome onder de Etrusken
  • Eerste grote beschaving op Italiaanse grond. 
  • Rond 800 v.Chr.: veroveren Noord- en Midden-Italië
  • Veroveren ook Rome. 
  • Rome: vooral landbouw
    >> dankzij Etrusken: handel. 
  • Rond 500 v.Chr.: opstand van enkele steden (o.a. Rome) >> vechten zich vrij.
  • Vanaf dan: uitbreiding van de Romeinen.

Slide 4 - Diapositive

Necropolis v/d Etrusken

Slide 5 - Diapositive

Rome wordt een Republiek
Republiek = regeringsvorm waarin telkens na verloop van tijd een nieuwe bestuurder wordt gekozen.
Consuls:
  • Iedere 2 jaar nieuwe consuls.
  • Bij oorlog: beiden aanvoerder van een deel van het leger.

Slide 6 - Diapositive

Rome wordt een Republiek
Senaat:
  • Raad van ouderen (vroeger bestuurders).
  • Geven raad/advies
Volksvergadering:
  • Romeinse mannen 
  • Weinig invloed.

Slide 7 - Diapositive

REPUBLIEK
VETO
CONSUL
SENAAT
Land dat bestuurd wordt door een of meer gekozen leiders
Belangrijkste bestuurder en legeraanvoerder in de Romeinse Republiek
Recht om een beslissing tegen te houden
Groep Romeinse bestuurders. Leden kwamen uit rijke Romeinse families

Slide 8 - Question de remorquage

2

Slide 9 - Vidéo

03:16
Op welke wijze komen de drie bestuursvormen terug in de Romeinse Republiek?

Slide 10 - Question ouverte

05:27
Wat is een triumphiraat

Slide 11 - Question ouverte

Bekijk de afbeelding. Beantwoord de volgende vraag aan de hand van de afbeelding: ‘’ In hoeverre zou je Rome in de tijd van het Romeinse Rijk een echte republiek kunnen noemen? ‘’ Gebruik in je antwoord de letterlijke betekenis van het woord Republiek.

Slide 12 - Question ouverte

Romeins imperium
Imperium = groot rijk met verschillende volken
Redenen voor verovering: verschilden per plek
  • Bondgenoten aangevallen
  • Bevolking van een bepaald gebied bracht de handel / veiligheid in gevaar
  • Meer grond
  • Vergilius stelde dat het was omdat ze de taak hadden in de wereld een rechtvaardig bestuur te brengen.

- Verovering succesvol door sterk leger.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Bekijk de bron.

De Middellandse Zee werd door de Romeinen
ook wel ''Mare Nostrum" (onze zee) genoemd.

Leg met behulp van de bron uit hoe
de Romeinen tot deze uitspraak kwamen.

Slide 15 - Question ouverte

Gevolgen van de veroveringen
  1. Romeinse Rijk werd in provincies verdeeld
    >> Romeinse troepen gelegerd
    >> Romeins bestuur + gouverneur
    >> belasting betalen.

  2. De Senaat werd het machtigst
    >> bestuur groot rijk ingewikkeld: senatoren hadden ervaring met bestuur in deze gebieden >> hun advies werd daardoor bijna altijd opgevolgd.

Slide 16 - Diapositive

Gevolgen van de veroveringen
3. De invloed van de Griekse cultuur werd sterker
>> Romeinen hadden veel van de Grieken overgenomen >> Verspreiding

4. Het aantal proletariërs groeit
Boeren dienden meestal in het leger >> ver van huis >> raakten daardoor hun bedrijf kwijt. 
>> Achtergebleven familieleden konden werk op de boerderij niet aan >> groei armen.
Proletariër = iemand die alleen kinderen bezit. 

Slide 17 - Diapositive

Gevolgen van de veroveringen
5. Aantal rijke mensen groeit 
>> sommigen profiteren van rooftochten en groeiende handel. 
>> anderen profiteren van belastinginning: teveel laten betalen en in eigen zak steken.

6. Veel slaven werden buitgemaakt
>> Door veroveringen
>> Als vee behandeld -> Opstanden.

Slide 18 - Diapositive

Gevolgen van de veroveringen
7. Romeinse leger werd minder sterk 
>> Romeinse soldaten: eigen uitrusting + wapens betalen. 
>> stijging proletariërs, die konden dit niet.
= minder soldaten.

Slide 19 - Diapositive


Romanisering

  • Het overnemen van Romeinse gebruiken (taal, kleding, cultuur) heet romanisering
Reconstructie van een Villa Rustica

Slide 20 - Diapositive





Rijke en machtige mensen gaan zich steeds meer gedragen als Romeinen: ze kleden zich als Romeinen, spreken de taal en laten 'Romeinse' huizen bouwen. Dit is een Villa Urbana in West-Europa

Slide 21 - Diapositive


Leven onder de Romeinen


  • De Romeinen laten de overwonnen volken vaak hun gebruiken en godsdienst houden. 
  • En zolang de volken belasting betalen (o.a. door soldaten voor de hulptroepen te leveren), zijn er weinig problemen: precies wat de Romeinen willen.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

De ondergang van Rome

Slide 24 - Diapositive

oorzaken:
  • door besmettelijke ziektes daalt het aantal inwoners en daardoor gaat de productie en de handel omlaag. (vb: Coronavirus en China nu)
  • volksverhuizingen.
  • slechte keizers die zich vooral bezighouden met eigen ruzies (burgeroorlogen) en met feesten
  • Limes verzwakken.
  • Germaanse volken lukt het om met geweld het rijk binnen te dringen.

Slide 25 - Diapositive

Volksverhuizingen

Slide 26 - Diapositive

395 n.Chr. Opsplitsing van het rijk

Slide 27 - Diapositive

Het West-Romeinse Rijk
  •  taal: Latijn
  •  Hoofdstad: Rome
  • vaak strijd om de macht in Rome.
  •  eindigd: 476 n.Chr.

Slide 28 - Diapositive

Het Oost-Romeinse Rijk
  • taal: Grieks
  • hoofdstad: Constantinopel (Nu: Istanbul)
  • eindigd: 1453 n.Chr. (Byzantijnse Rijk)

Slide 29 - Diapositive

Het echte einde:
Vandalen --> plunderen de stad Rome meerdere keren.

in 476n.Chr. wordt een niet-Romeinse generaal keizer, hiermee vinden wij (geschiedenismensen) dat het einde van het Romeinse rijk is aangebroken.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo