CH 1 H persoonlijke voornaamwoorden

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

pers. voornaamwoord.

het persoonlijk voornaamwoord
in het Frans

JIJ =

1. il
2. elle
3. je
4. tu

IK =

1. il
2. elle
3. je
4. tu

HIJ =

1. il
2. elle
3. nous
4. tu

ZIJ =

1. je
2. elle
3. il
4. tu

MEN, WIJ =

1. nous
2. elle
3. vous
4. on

WIJ =

1. nous
2. vous
3. il
4. ils

IK

JIJ

HIJ

ZIJ

MEN / WIJ

       je

     tu

        il

     elle

      on

JULLIE / U =

1. nous
2. vous
3. elles
4. ils

ZIJ (mnl. mv) =

1. il
2. vous
3. elles
4. ils

ZIJ (vrl. mv) =

1. nous
2. vous
3. elles
4. ils

WIJ

JULLIE

  / U

ZIJ  (mnl. mv.)

ZIJ   (vrl. mv.)

MEN / WIJ

    vous

        ils

     elles

    nous

      on

WIJ

JULLIE

  / U

ZIJ

(m. mv.)

ZIJ 

(v. mv.)

MEN / WIJ

IK

JIJ

HIJ

ZIJ

   vous

   ils

  elles

  nous

   on

   je

  tu

    il

   elle

Nederlands

ik heb

jij hebt

hij heeft

zij heeft

men heeft / wij hebben

Frans

j'ai

tu as

il a

elle a

on a

Nederlands

wij hebben

jullie hebben / u heeft

zij hebben (mmv / gmv)

zij hebben (vmv)

Frans

nous avons

vous avez

ils ont

elles ont