Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Aujourd'hui c'est jeudi le 15 septembre
Slide 1 - Diapositive
Inchecken: Hoe zit je hier?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Sondage
Lesdoelen:
Ik ken de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans
Ik ken het werkwoord Avoir
Ik kan het werkwoord Avoir vervoegen
Ik kan de vocabulaire-lijst gebruiken
Slide 3 - Diapositive
Het persoonlijk voornaamwoord
Slide 4 - Carte mentale
Le pronom personnel
Je gebruikt het pronom personnel om te verwijzen naar 1 of meerdere personen, 1 of meerdere dingen.
Slide 5 - Diapositive
Nederlands
ik
jij
hij
zij
het
wij (informeel), men
Frans
je
tu
il
elle
ce / c'
on
Slide 6 - Diapositive
Nederlands
wij
jullie / u
zij
Frans
nous
vous
ils / elles
Slide 7 - Diapositive
Deze persoonlijke voornaamwoorden gebruik je samen met een vorm van een werkwoord.
Slide 8 - Diapositive
ils
- een groep jongens;
- een groep jongens en meisjes
elles
- een groep van alleen maar meisjes
Slide 9 - Diapositive
Werkwoorden
Slide 10 - Carte mentale
AVOIR
hebben
Slide 11 - Diapositive
Nederlands
ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
men heeft / wij hebben
Frans
j'ai
tu as
il a
elle a
on a
Slide 12 - Diapositive
Nederlands
wij hebben
jullie hebben / u heeft
zij hebben (mmv / gmv)
zij hebben (vmv)
Frans
nous avons
vous avez
ils ont
elles ont
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Werkdoelen
Je kunt het werkwoord gaan oefenen in de portal onder het kopje "Je me présente!".
Ben je hiermee klaar, dan mag je verder gaan met de kopje "Salut!" of "Je m'appelle".
Slide 15 - Diapositive
Vocabulaire
Bij deze trede hoort een woordenlijst: Vocabulaire. Deze lijst moet je uit je hoofd leren. De Franse woorden moet je ook kunnen schrijven. Als jij denkt dat je ze kent mag je je inschrijven en dan maak je een SO.