Herkennen pv en ow

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Check:

• Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
• Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel ligt: 

• Lesboek
• Schrift
• Pen

Je kunt de persoonsvorm, het onderwerp van een korte zin vinden.

Doel

• Zinsdelen
• Woord of groepje woorden dat bij elkaar hoort
• Voor de persoonsvorm staat altijd één zinsdeel

Zinnen

• Vraagproef
• Tijdproef 

Persoonsvorm

• Roos kocht een schitterende armband in Spanje.

Pv =

• Als gevolg van de hittegolf vervallen de lessen na één uur.

Pv =

• Daans skateboard staat altijd bij de conciërge in de buurt.

Pv = 

Schrijf de persoonsvorm in je schrift.

• Roos kocht een schitterende armband in Spanje.
• Vraagproef: Kocht Roos een schitterende armband in Spanje?
• Tijdproef: Roos koopt een schitterende armband in Spanje.

• Als gevolg van de hittegolf vervallen de lessen na één uur.
• Vraagproef: Vervallen de lessen na één uur als gevolg van de hittegolf?
• Tijdproef: Als gevolg van de hittegolf vervielen de lessen na één uur.

• Daans skateboard staat altijd bij de conciërge in de buurt.
• Vraagproef: Staat Daans skateboard altijd bij de conciërge in de buurt?
• Tijdproef: Daans skateboard stond altijd bij de conciërge in de buurt. 

Schrijf de persoonsvorm in je schrift.

Wie/wat + pv

Onderwerp

• Roos kocht een schitterende armband in Spanje.

Ow =

• Als gevolg van de hittegolf vervallen de lessen na één uur.

Ow =

• Daans skateboard staat altijd bij de conciërge in de buurt.

Ow = 

Schrijf het onderwerp in je schrift.

• Roos kocht een schitterende armband in Spanje.
• Wie/wat kocht? Ow = Roos

• Als gevolg van de hittegolf vervallen de lessen na één uur.
• Wie/wat vervallen? Ow = de lessen

• Daans skateboard staat altijd bij de conciërge in de buurt.
• Wie/wat staat? Ow = Daans skateboard

Schrijf het onderwerp in je schrift.

Verder met de weektaak!

Les 5 maken

Les 6 maken

Aan het werk

Evi

Nina

Na deze les...

• kun je de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde in een korte zin vinden. 

Doel

Volgende les

• Leesboek mee
• Maken en controleren weektaak 

• Donderdag 7 oktober: interview inleveren