Interactievaardigheden (LE5)

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Interactievaardigheden 

IO 9

Programma

Theorie

werken aan opdracht

Interactievaardigheden

Interactievaardigheden

Interactievaardigheden zijn de vaardigheden die pedagogisch medewerkers toepassen tijdens de communicatie met alle kinderen op de groep.

Pedagogisch klimaat

Een opvoedingsklimaat waarin kinderen zich sociaal, emotioneel en intellectueel kunnen ontwikkelen. 

Hoe bereik je dit:

 - Door je interactie af te stemmen op het kind, dus kindvolgend te werk te    gaan.

 - Zes interactievaardigheden toepassen

Bart laat de kinderen op de BSO zelf kiezen wanneer ze iets drinken en eten.

1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor autonomie
3. Structureren en grenzen stellen

Op de aankleedtafel wil Sarah heel graag op haar buik rollen. Ze mag haar gang gaan en krijgt ondertussen een schone luier.

1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor autonomie
3. Structureren en grenzen stellen

Op het schoolplein staat Jan te snikken. Joyce gaat naar Jan toe en troost hem.

1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor autonomie
3. Structureren en grenzen stellen

Op de babygroep wordt een vast dagprogramma en ritme gevolgd.

1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor autonomie
3. Structureren en grenzen stellen

Kinderen op de BSO bedenken zelf hun vakantieprogramma.

1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor autonomie
3. Structureren en grenzen stellen

Aan tafel praat begeleider Bart over de verschillen tussen kinderen onderling en hoe hij verwacht dat er op de BSO met elkaar wordt omgegaan.

1. Sensitieve responsiviteit
2. Respect voor autonomie
3. Structureren en grenzen stellen

Opdracht

Maak in 2-3tallen een quiz over interactievaardigheden.

Bedenk minimaal 10 vragen