Filmgeschiedenis Jaar 1 - 2.5 Indies

INDIES
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
FilmMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 15 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

INDIES

Slide 1 - Diapositive

INTRO
Vorige les keken we naar de jaren 90 o.a. naar de ontwikkeling van de CGI die veel invloed heeft gehad op de blockbusters. 
Deze les kijken we naar onafhankelijke filmmakers en films. Makers als Richard Linklater, Quentin Tarantino, Wes Anderson, de Coen Brothers en Paul Thomas Anderson worden vandaag de dag beschouwd als grote namen, maar ze kregen allemaal hun eerste grote doorbraak in de jaren '90. 

Slide 2 - Diapositive

INDIE MOVIES
Er bestaan verschillende definities van Indie movies - afkorting voor independent movies, oftewel onafhankelijke films. In eerste instantie gaat het om hoe de film gefinancierd wordt. De filmmakers werken zonder geld (of max. de helft) van de grote studio's, om zo zelf volledige controle over hun film te kunnen hebben of omdat simpelweg hun idee niet mainstream genoeg is. Vaak worden ‘indies’ dan ook geproduceerd met een relatief klein budget. Maar bovenal, behoudt de film de oorspronkelijke visie van de filmmaker met een sterke, originele verhaallijn en vaak nadruk op karakterontwikkeling.

Slide 3 - Diapositive

Festivals
Het filmfestivalcircuit is altijd belangrijk geweest voor de onafhankelijke film. Het Sundance Film Festival is in 1978 opgericht om onbekend talent onder de aandacht te brengen. Sundance was in het begin een bescheiden festival, maar begon in de jaren '90 echt van de grond te komen en is inmiddels uitgegroeid tot hét festival voor Indies. De carrière van Jim Jarmusch, Kevin Smith, Quentin Tarantino en vele andere onafhankelijke filmmakers begonnen pas echt door het vertonen van hun films op dit filmfestival. Andere belangrijke festivals vinden plaats in Toronto (TIFF), Berlijn (Berlinale) en in Nederland in Rotterdam (IFFR). 

Slide 4 - Diapositive

"Risico"
Hoewel de term 'onafhankelijke film' per persoon verschillend gedefinieerd kan worden, is er een bepaald kenmerk dat alle onafhankelijke filmmakers bezitten en dat is de bereidheid om risico's te nemen. Indies hebben uiteindelijk altijd originele en creatieve verhalen, gemaakt door filmmakers die niet bang zijn om nieuwe technieken uit te proberen of creatieve en financiële risico's te nemen. 



Slide 5 - Diapositive

Happiness
Met Happiness (1998) nam Todd Solodnz een van de grootste risico's die een indie-regisseur ooit heeft genomen. De zwart-komische film duurt meer dan 2 uur en is daarmee langer dan gemiddeld voor de indiefilm van toen. Maar het risico zit vooral in de provocerende personages en situaties, zoals de pedofiele vader die de zoon van zijn vriend drugs geeft en aanrandt of de succesvolle vrouw die verliefd is op een onbekende die obscene telefoontjes naar haar pleegt.
Je gaat nu kijken naar de openingsscène die niet per se provocerend is, maar wel de toon en humor van de film laat zien.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Dialoog
Het meest bepalende kenmerk van deze periode in indiefilms is de ruime hoeveelheid dialoog die de personages voeren en die geen (of heel weinig) relatie heeft met de plot. 
Wat is een plot? Simpel gezegd werk je in een plot alle verwikkelingen van het verhaal uit: de ene gebeurtenis leidt tot het andere en alle gebeurtenissen tezamen zijn het plot.

Slide 8 - Diapositive

Reservoir Dogs
Quentin Tarantino is een bekende, doorgebroken onafhankelijke filmmaker. Hij debuteerde in 1992 op het Sundance Film Festival met zijn eerste film, Reservoir Dogs. Deze film wordt door sommigen gezien als 'de grootste Amerikaanse onafhankelijke film'. Reservoir Dogs is een misdaadthrillerfilm die de gebeurtenissen weergeeft rondom een mislukte diamantroof. De film bevat veel van de kenmerken van Tarantino: gewelddadige misdaad, alledaagse gesprekken, verwijzingen naar popcultuur en een non-lineair verhaalstructuur (de laatste kenmerken zijn ook kenmerken van postmodernistische films - besproken in vorige les).
Een non-lineair verhaal is een verhaal dat geen chronologische lijn volgt van begin naar eind. Bijvoorbeeld door flashbacks of flashforwards.

Slide 9 - Diapositive

Reservoir Dogs toont een kleurrijke cast van spraakzame criminelen die na een mislukte overval proberen de undercoveragent in hun groep te vinden. De film begint met de groep criminelen die rond een tafel zit, terwijl ze de muziek van Madonna en het geven van fooien bespreken. Tarantino gebruikt een cirkelende opname die rond de tafel draait om de vriendschap onder de groep te benadrukken. Dit wordt gevolg door de uniform geklede bende die in slow motion lopen, wat sindsdien talloze imitatie en parodieën heeft geïnspireerd. 
Het achtergrondverhaal wordt vervolgens op niet-lineaire wijze onthuld met flashbacks die vanuit verschillende perspectieven de nodige details geven. 


De film begint met een scène waarin acht mannen ontbijten voordat ze op weg gaan naar een diamantroof. Zes van de acht mannen gebruiken aliassen: Mr. Blue, Mr. Brown, Mr. Pink, Mr. Orange en Mr. White. De andere twee zijn de maffiabaas Joe Cabot en zijn zoon (Eddie Cabot - ook wel Nice Guy Eddie), de meesterbreinen die de overval op een juwelier in Los Angeles planden. De groep mannen bepreken de muziek van Madonna en het geven van fooien.
Tarantino gebruikt een cirkelende opname die rond de tafel draait om de vriendschap onder de groep te benadrukken. Dit wordt gevolg door de uniform geklede bende die in slow motion lopen, wat sindsdien talloze imitatie en parodieën heeft geïnspireerd. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Series - Sitcoms
Alledaagse gesprekken (een kenmerk van de films uit de jaren 90) was in de jaren 90 ook in sitcoms (situational comedies) op televisie te zien, zoals in Seinfeld en Friends. Plots waarin bijna niks gebeurt met dialogen over alledaagse dingen. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slice of life
Een ander kenmerk van Indies in deze tijd is het tonen van levens van (meestal) jongvolwassenen in een beperkte periode, bijvoorbeeld één of een paar dagen. Dat begon met de populariteit van de films uit de jaren ‘90 van o.a. Richard Linklater (Slacker uit 1990 en Dazed and Confused, 1993) en Kevin Smith (Clerks, 1994). In deze films zien we een korte periode uit het alledaagse leven van de personages. Er is weinig actie, de film drijft op de dialogen en alledaagse handelingen.

Slide 14 - Diapositive

Slacker
De film Slacker (1990) is een indiefilm geschoten in een documentaire-stijl. De regisseur is Richard Linlater die later ook de indie romantische films Before Sunrise, Before Sunset en Before Midnight maakte.
Slacker neemt ons mee door een dag uit het leven van diverse mensen in Austin, Texas. Buiten hangen, de weg oversteken, een krant kopen, boeken doorbladeren, optredens bezoeken. We zien deze alledaagse momenten in hun leven en vooral de gesprekken die ze voeren. De leeftijden variëren, maar de focus ligt op de studerende jeugd.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Wat valt jou op aan dit fragment?
(Noem meerdere dingen)

Slide 17 - Question ouverte

Kids
Kids (1995) van Larry Clark is een coming of age-film, maar het is geen gewone film. De film lokte enorm veel reacties uit door zijn choquerende onderwerp. Mensen haatten de film óf vonden het geniaal. 
De film toont een dag uit het leven van New Yorkse tieners die vooral bezig zijn met seks, drank en drugs. Jennie ontdekt dat zij HIV heeft en gaat op zoek naar de enige jongen, Telly, waarmee zij ooit naar bed ging om het hem te vertellen. 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo

Hierna kijk je een fragment van Clueless, een film - geen indie - uit hetzelfde jaar als Kids (1995) en ook een film waarin de hoofdpersonen Amerikaanse tieners zijn. Toch zijn er opvallende verschillen in hoe de film de jongeren laat zien. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Kids en Clueless gaan beiden over jongeren, maar toch zijn het twee totaal verschillende films. Benoem enkele verschillen tussen de films, en het effect ervan.

Slide 24 - Question ouverte

MARKETING & DISTRIBUTIE
Indiefilms hebben zelden het soort marketing en distributie die grote studiofilms wel krijgen (enorme reclamecampagnes en veel doeken in grote bioscopen). Maar af en toe krijgt een kleine onafhankelijke film zoveel media-aandacht dat hij wordt gekocht door een grote filmstudio en wordt dan toch vertoond in grote bioscopen. Een film waarbij dat gebeurde was The Blair Witch Project (1999). De eerste publieke vertoning was op het Sundance Film Festival. De film werd gemaakt voor $25.000. De makers verkochten hun film op het festival voor $1,1 miljoen aan Artisan Entertainment, die vervolgens $248 miljoen verdiende aan de film!

Slide 25 - Diapositive

The Blair Witch Project
De producenten van The Blair Witch Project (1999) maakten briljant gebruik van internet door het gerucht te verspreiden dat het verhaal over drie jongeren die vermist waren in het bos echt was. De film was daardoor extra eng; veel bioscoopbezoekers geloofden het verhaal. 
De film opende deuren voor films die met video opgenomen waren en dit was tevens het begin van de found footage trend. Found footage films geven de kijker het idee dat het gefilmde materiaal echt is, gemaakt door amateurs. 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Waardoor (met welke techniek(en)) geeft de film het idee dat het found footage is?

Slide 28 - Question ouverte

Filmmakers Indies

Slide 29 - Diapositive

Coen Brothers
De Coen Brothers, oftewel Joel en Ethan Coen, zijn  twee populaire filmmakers. De twee broers staan samen bekend als de Coen Brothers omdat ze - tot voor kort - altijd aan hetzelfde project werken als schrijver en regisseur.
De meest populaire films van de Coen Brothers zijn vaak films die komedie vermengen met de donkere film noir (besproken in een eerdere les). Waar de Coens echt bekend om staan is de unieke mix van zwarte komedie en het telkens weer uitproberen van andere genres. Films van hen uit de jaren 90 in deze stijl zijn o.a. Barton Fink (1991), The Big Lebowski (1998) en Fargo (1996).
Later maakten ze films als O Brother, Where Art Thou (2000), No Country For Old Men (2007) en Hail, Ceasar (2016).
Film noir is een filmstijl met elementen als destructieve helden, complexe verhaallijnen zonder duidelijk onderscheid tussen goed en kwaad, femmes fatales, een cynische toon, low-key belichting waardoor een sterk schaduwspel ontstaat en vreemde, expressionistische cameraposities.
Het hoogtepunt van de film noir is in de jaren ’40 en ’50.

Slide 30 - Diapositive

Fargo
Marge Gunderson (gespeeld door Frances McDormand) is een zwangere politiechef in Minnesota die moorden langs de weg onderzoekt die plaatsvonden nadat de wanhopige autoverkoper Jerry Lundegaard (William H. Macy) twee criminelen (Steve Buscemi en Peter Stormare) inhuurt om zijn vrouw te ontvoeren om een fors losgeld af te dwingen van haar rijke vader (Harve Presnell).
Van Fargo is een televisie remake gemaakt: een serie van 4 seizoenen. Elk seizoen heeft een ander verhaal, een andere cast en speelt zich af in een andere tijd.

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Paul Thomas Anderson
Paul Thomas Anderson begon op jonge leeftijd met filmmaken. Zijn belangrijkste amateurfilm was The Dirk Diggler Story (1988), een soort mockumentary (nepdocumentaire) over de eens zo grote pornoster Dirk Diggler. Zijn eerste speelfilm noemde hij Sydney (1996), maar werd later bekend als Hard Eight.  Hierna maakte Anderon Boogie Nights, een soort van remake van The Dirk Diggler Story, over de pornoindustrie. Het succes van Boogie Nights gaf Anderson de kans om echt door te breken met Magnolia (1999), een mozaïekfilm. Later maakte hij films als Punch Drunk Love (2002), There Will Be Blood (2007) en The Master (2012).
Paul THomas Anderson werkte voor veel films met terugkerende acteurs samen, waaronder Philip Seymour Hoffman.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

EUROPESE CINEMA
In de jaren '90 probeerden Europese filmmakers een eigen stijl neer te zetten tegenover de Amerikanisering die plaatsvond door o.a. Hollywoodfilms.   
Tegelijkertijd gebruikten jonge filmmakers de technieken uit Amerikaanse lowbudgetfilms en videoclips met een eigen, unieke stijl (vergelijkbaar met indies), zoals te zien in de Duitse film Lola Rennt van vorige les. 

Slide 35 - Diapositive

Trainspotting
Danny Boyles Trainspotting (1996) is een van de populairste Europese films uit de jaren ’90. We volgen het leven van een groep jongeren die allemaal verslaafd zijn. Hun leven draait om het zo snel mogelijk scoren van drugs. Bijna allemaal proberen ze soms te stoppen. Daarbij verschillen hun interesse niet van die van andere jongeren: voetbal, uitgaan en seks. 
In de openingsscène zien we hoofdpersonage Renton wegrennen van bewakers. Daarop volgt een monoloog van Renton ter introductie op het verhaal. 

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Vidéo

La Haine
La Haine (1995) veroorzaakte aardig wat opschudding. Als een van de eerste films over de banlieus (de buitenwijken van Parijs) begint de film met journaalbeelden van Parijse rellen en er komt politiegeweld in voor. De titel ('De Haat") verwijst naar de haat tussen de jeugd in deze wijken en de politie. La Haine toont één dag van het leven van de vrienden Vinz, Hubert en Saïd. Naarmate de dag vordert, groeit de dreiging. Vinz wil een agent afmaken als een jonge Arabische vriend van hem sterft in een politiecel. 
De film is opgenomen in kleur, maar uitgebracht in zwart-wit. De film heeft een energieke stijl door zowel camerawerk, montage als muziek. 

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Welke kenmerken van Indies zie je terug in deze fragmenten? En wat is anders volgens jou?

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Vidéo

DOGMA 95

Slide 42 - Diapositive

Dogma 95
Als reactie op de Amerikaanse blockbusterfilms - waaronder de voorspelbare plots, de oppervlakkige acties en de opkomst van technologie, onder andere CGI (vorige les) - onstond de tegenbeweging Dogma 95. Deze groep filmmakers, onder leiding van de Deens filmmaker Lars von Trier, stelden in 1995 tien regels op; een zogenaamde reddingsactie waarmee ze volgens hen weer pure films konden maken; een terugkeer naar de eenvoud. 

Slide 43 - Diapositive

  • Opnames gebeuren op locatie. Props en decors mogen niet worden toegevoegd.
  • Geluid dient nooit los van de beelden te worden gemaakt, of andersom. (Muziek mag niet worden gebruikt, tenzij aanwezig waar de scène wordt gefilmd.)
  • De camera dient in de hand te worden gehouden. 
  • De film is in kleur. Speciale belichting is niet toegestaan. 
  • Optische effecten en filters zijn verboden.
  • De film mag geen oppervlakkige actie bevatten. (Moorden, wapens etc. dienen niet voor te komen.)
  • Vervreemding in tijd en plaats is verboden. (Dat wil zeggen dat de film plaatsvindt in het hier en nu.)
  • Genrefilms zijn niet toegestaan.
  • Het filmformaat is Academy 35 mm.
  • De filmregisseur wordt niet genoemd op de aftiteling.

Slide 44 - Diapositive

Festen
De eerste Dogmafilm was Festen (1998) van Thomas Vinterberg (die recentelijk Druk maakte) over een door zelfmoord verscheurde familie.  De zestigste verjaardag van Helge, die in familiekring op een landgoed wordt gevierd, draait uit tot een avond vol onthullingen. De heftigste is uiteindelijk de beschuldiging van de oudste zoon Christian dat hij samen met zijn tweelingzus door zijn vader seksueel misbruikt is en dat zijn zus daarom zelfmoord heeft gepleegd. 

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo

Wat is het effect van de Dogmaregels in deze fragmenten? Hoe dragen deze regels volgens jou bij aan de geloofwaardigheid van het verhaal?

Slide 47 - Question ouverte

We zijn bijna bij het einde...
Nog een paar vragen! 

Slide 48 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van onafhankelijke filmmakers en films?

Slide 49 - Question ouverte

Wat is een belangrijke manier van vertonen voor indies (maar ook Europese films) in de jaren 90 en dus voor aandacht krijgen voor een film?
A
Multiplex bioscopen
B
Filmfestivals
C
Internet
D
Scholen

Slide 50 - Quiz

Wat zijn enkele belangrijke Dogma-regels?

Slide 51 - Question ouverte

The End

Slide 52 - Diapositive