Herhaling H3 Kader

Hoe was de kerstvakantie?
😒🙁😐🙂😃
1 / 27
suivant
Slide 1: Sondage
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe was de kerstvakantie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Sondage

Planning

  • Vandaag: herhaling theorie H3
  • Donderdag: rekenvaardigheid en herhalingsopdrachten
  • De toets over H3 is volgende week maandag 13 januari

Slide 2 - Diapositive

De bank en jouw geld
3.1. Hoe betaal je?
3.2 Waarvoor zou je sparen?
3.3 Geld lenen kost geld!
3.4 Wat doen banken nog meer?

Slide 3 - Diapositive

Noem een reden waarom mensen sparen? (spaarmotief 3.2)

Slide 4 - Question ouverte

Sparen uit voorzorg
Je zet geld op een spaarrekening om er geld aan over te houden
Je spaart omdat je na je examen met vrienden op vakantie wilt
Je spaart omdat je denkt dat je laptop binnenkort kapot gaat

Slide 5 - Question de remorquage

Welk voorbeeld is GEEN voorbeeld van directe ruil (3.1)
A
banaan voor een pen
B
banaan voor geld
C
pen voor een appel
D
appel voor een banaan

Slide 6 - Quiz

Sparen & Lenen
Sparen - inflatie (alles duurder)
Lenen - aflossen
Sparen & Lenen - rente (vergoeding of betalen)

Slide 7 - Diapositive

Directe & Indirecte ruil
Directe ruil:
Je ruilt een product tegen een ander product (zonder geld te gebruiken)
Indirecte ruil:
Je ruilt goederen of diensten met beulp van een ruilmiddel (geld)

Slide 8 - Diapositive

wat is GEEN geldfunctie
A
spaarmiddel
B
rekenmiddel
C
leenmiddel
D
ruilmiddel

Slide 9 - Quiz

Ruilmiddel: 
je koopt of verkoopt goederen of diensten met geld
Rekenmiddel:
je kunt de waarde van verschillende producten met elkaar vergelijken
Spaarmiddel:
je geeft een deel van je inkomen niet uit, zodat je het later kunt gebruiken

Slide 10 - Diapositive

Munten zijn een voorbeeld van...
A
chartaal geld
B
giraal geld

Slide 11 - Quiz

Soorten geld
Chartaal geld                                                          Giraal geld

Slide 12 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van giraal geld?
A
munten
B
bankbiljetten
C
betaalpas
D
monopoly geld

Slide 13 - Quiz

Wat is het verschil tussen deflatie en inflatie?
A
Bij deflatie word je geld minder waard en bij inflatie gebeurt er niks
B
Bij deflatie word je geld meer waard bij deflatie juist minder
C
Bij inflatie word je geld minder waard en bij deflatie juist meer

Slide 14 - Quiz

Wat is een kenmerk van een spaardeposito? (3.2) meerdere antwoorden mogelijk
A
Je krijgt een vaste rente
B
Je rente is lager dan bij een spaarrekening
C
Je rente is variabel
D
Je rente is hoger dan bij een spaarrekening

Slide 15 - Quiz

Wat is een reden om geld te lenen? (leenmotieven, 3.3)

Slide 16 - Question ouverte

STELLING:
GELD LENEN IS DOM!
JA
NEE

Slide 17 - Sondage

Wat zijn kredietkosten? (3.3)

Slide 18 - Question ouverte

Op je betaalrekening mag je tot een afgesproken bedrag rood staan. Wat voor lening is dit?
A
Koop op afbetaling
B
Persoonlijke lening
C
Doorlopend krediet
D
Salariskrediet

Slide 19 - Quiz

Je spreekt met de bank af dat je een maximaal bedrag mag lenen. Dit bedrag mag je altijd lenen. Welke lening is hier afgesloten?
A
Een persoonlijke lening
B
Een doorlopend krediet
C
Een hypotheek
D
Salariskrediet

Slide 20 - Quiz

Waarom beleggen mensen geld in aandelen? (3.4)

Slide 21 - Question ouverte

Wat voor risico loop je als je geld belegt?

Slide 22 - Question ouverte

Wisselkoers
Vreemd geld kopen-> 
Bedrag in Euro x lage wisselkoers (u koopt)




Vreemd geld verkopen->  Bedrag vreemd geld : hoge wisselkoers
Vreemd geld omrekenen->  Bedrag vreemd geld : hoge wisselkoers

Slide 23 - Diapositive

Tot vanmiddag! 

Slide 24 - Diapositive

Leuk die wisselkoersen, maar ik wil daar nog wel meer uitleg over.
010

Slide 25 - Sondage

Samenvattingsopdracht
Bladzijde 86
Dit is huiswerk voor aanstaande donderdag

Slide 26 - Diapositive

Groepjes voor de volgende les
Bedenk met je groepje alvast een naam
Ga de volgende les bij elkaar zitten

Er valt iets leuks te winnen!!

Slide 27 - Diapositive