Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
word order + frequency/time
Onderdeel 1
De standaard woordvolgorde
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Onderdeel 1
De standaard woordvolgorde
Slide 1 - Diapositive
Positieve/negatieve zinnen
De volgorde in het Engels bij positieve en negatieve zinnen is:
Onderwerp
-
werkwoord(en)
-
lijdend voorwerp / meewerkend voorwerp
-
plaats
- tijd
Wie
-
doet
-
wat
-
waar
- wanneer
Slide 2 - Diapositive
Enkele voorbeelden
wie
doet
wat
waar
wanneer
The man
didn't play
guitar
in France
yesterday.
The boys
have been eating
candy
all day.
We
were not
very
happy
last year.
They
bought
a dog for their aunt
from the petshop
yesterday
.
Slide 3 - Diapositive
Vragende zinnen
De volgorde bij vraagzinnen is:
(Vraagwoord)
-
hulpwerkwoord
-
onderwerp
-
werkwoord
-
lijdend voorwerp/meewerkend voorwerp
-
plaats
- tijd
(Wh)
-
hww
-
wie
-
doet
-
wie/wat
-
waar
- wanneer
Slide 4 - Diapositive
Enkele voorbeelden
Why
didn't
the man
play
guitar
in
France
?
How
have
the boys
been
eating
candy
all
day
?
What
were
we
last
year
?
Where
did
they
buy
a dog
yesterday
?
(wh)
-
hww
-
wie
-
doet
-
wie/
wat
-
waar
- wanneer
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Which is the correct order?
A
They forgot to do their homework on Friday.
B
The forgot on Friday to do their homework.
C
They forgot to do on Friday their homework.
D
On Friday forgot they to do their homework.
Slide 7 - Quiz
Which is the correct order?
A
We are going to France on holiday this year.
B
We are going on holiday to France this year.
C
On holiday this year we are to France going.
D
We are going this year to France on holiday.
Slide 8 - Quiz
Which is correct?
A
Since 1980 has he lived in Berlin?
B
Has he in Berlin lived since 1980?
C
Has he lived in Berlin since 1980?
D
Has he since 1980 lived in Berlin?
Slide 9 - Quiz
Onderdeel 2
Adverbs of frequency and indefinite time
(Bijwoorden van frequentie en onbepaalde tijd)
Slide 10 - Diapositive
Wat zijn adverbs of frequency?
Adverbs of frequency zijn woorden die aangeven
hoe vaak
iets gebeurt. Enkele voorbeelden zijn:
I
often
go to work.
She has
never
done any chores.
We are
sometimes
late for class.
We don't
normally
do any homework.
Slide 11 - Diapositive
Wat zijn adverbs of indefinite time?
Adverbs of indefinite time zijn woorden die aangeven wanener iets gebeurt. Bijvoorbeeld:
I have
already
done that!
The train
suddenly
stopped.
I have
just
finished my homework.
I will
soon
be home.
Slide 12 - Diapositive
De positie van deze adverbs
1. Voor het hele werkwoord
I
often
play guitar.
2. na het eerste werkwoord wanneer er meer dan één is
She has
never
played guitar.
3. na een vorm van be (am/is/are/was/were)
I am
always
on time for my lessons.
4. achter het onderwerp in vraagzinnen
Has he
ever
done this?
5. achter not bij ontkenningen
She does not
often
go home in summer.
Slide 13 - Diapositive
Wat is de juiste plek van de adverb?
A
He usually does his homework.
B
He does his homework usually.
C
He does usually his homework.
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste plek van de adverb
A
My sister never has gone to New York.
B
My sister has gone never to New York.
C
Never my sister has gone to New York.
D
My sister has never gone to New York.
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste plek van de adverb?
A
I frequently am late.
B
I am frequently late.
C
Frequently I am late.
Slide 16 - Quiz
Wie
doet
wat
waar
wanneer
The boys
buy
candies
at school
every day
The girls
ran away
to Spain
last week.
Slide 17 - Question de remorquage
Opdracht 1
Zet de gegeven woorden in de goede volgorde. Let op hoofdletters en leestekens!
Slide 18 - Diapositive
Put in the correct order:
I / going / am / to / see / him / Monday / on
Slide 19 - Question ouverte
Put in the correct order:
has / he / been / working / California / since / in / 1997
Slide 20 - Question ouverte
Put in the correct order:
to / work / by / car / week / Tom / every / goes
Slide 21 - Question ouverte
Put in the correct order:
we / give / present / will / him / the / tomorrow
Slide 22 - Question ouverte
Put in the correct order:
Henry / on / a / sleeping / in / chair / the / kitchen / morning / this / was
Slide 23 - Question ouverte
Put in the correct order:
that man / Who / was / over / there / ?
Slide 24 - Question ouverte
Put in the correct order:
you / Did / him / help / ?
Slide 25 - Question ouverte
Put in the correct order:
hardly - can - works - see - you - he - hard - how
Slide 26 - Question ouverte
Put in the correct order:
at seven - get up - usually - I
Slide 27 - Question ouverte
Put in the correct order:
live - he - did - before 1998 - in Amsterdam - ?
Slide 28 - Question ouverte
Keuze opdracht:
Nu dat je de 10 voorgaande vragen gemaakt hebt krijg je nu een keuze:
Extra oefenen of Extra uitdaging
Extra oefenen = de website
Extra uitdaging = de vertaalopdrachten
Slide 29 - Diapositive
https:
Slide 30 - Lien
Vertaal:
De man is nog nooit naar Frankrijk geweest.
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal:
Ik doe iedere dag de boodschappen. (groceries)
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal:
Ik ga bijna nooit naar de Efteling.
Slide 33 - Question ouverte
Vertaal:
Hij werkt op maandag altijd in Breda.
Slide 34 - Question ouverte
Vertaal:
Hebben zij vaak huiswerk?
Slide 35 - Question ouverte
wordwall.net
Slide 36 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
Word order + frequency/time
Février 2020
- Leçon avec
41 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Word order + frequency/time (1)
Mars 2020
- Leçon avec
41 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Word Order
Juin 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
1.1 Word Order
Septembre 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Extra practice: word order + frequency/time
Mars 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3,4
§5.2 Word Order
Mars 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Word Order
Mars 2022
- Leçon avec
46 diapositives
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Word order
Octobre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1