Weektaak 47 - 3.1 + 3.2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3: Grafieken en formules

Planning

- Nieuw hoofdstuk: 3 Formule en grafieken

- Nieuwe toetsdatum + weektaak

- Voorkennis

- 3.1 Lineair of niet

- Opdrachten maken

- 3.2 Grafiek tekenen
- Opdrachten maken

Toetsdatum

Vrijdag 15 december
Toets H3

Weektaak: 28 november

 Theorie A t/m C

Voorkennis

Wat weet je nog?

Opdracht 4 t/m 6

Leerdoel 1 (schrijf op!)

Aan het eind van de les 

Kun je uitleggen wat het verschil is tussen een vloeiende kromme en een lineaire grafiek.

Advies: maak een leerdoelenlijst 

3.1 Lineair of niet

Belangrijk
- grafieken tekenen met potlood.
- alleen een geodriehoek gebruiken bij een rechte lijn. 

- zorg dat je het werkboek mee neemt. Dat scheelt veel tijd.

3.1 Lineair of niet?

Waarom is dit lineair?

3.1 Lineair of niet?

Je kan deze formule ook korter schrijven:

I = 2,61 x t

Teken de grafiek

Formule: bedrag in euro = 10 + 7,50t

Vul de tabel in.

 

t	0	5	10
Bedrag

Telefoontas

Je stopt de telefoon op stil in de tas.

3.1 Lineair of niet

Lineair = er komt per stap hetzelfde bij.

Opdrachten maken

Kies een route en maak de opdrachten bij A.

Waar zijn jullie gebleven?

Leerdoelen

Aan het eind van de les kan je...

 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een vloeiende kromme en een lineaire grafiek.

Schrijf dit in eigen woorden onder het leerdoel

Leerdoel 2 + 3

Aan het eind van de les 

Kun je de variabelen en de eenheden opschrijven bij een formule

Kun je een lineair verband invullen

3.2 Lineaire grafiek bij een formule

K = 125 + 34t                   N = 24 - 6a                     T = 273 + 3,45b

Wat zijn de variabelen?

3.2 Lineaire grafiek bij een formule

De inkomsten van een vakkenvuller kun je berekenen met de volgende formule:

Dit noem je een woordformule (er staan woorden in)

Hierin zijn de woorden de variabelen.

Hier zijn de variabelen dus Inkomsten en tijd.

Daarbij horen eenheden. In dit geval euro en uren.

Inkomsten in euro = 4,50 x tijd in uren

3.2 Lineaire grafiek bij een formule

De woordformule kun je ook korter schrijven.

 Je gebruikt dat letters.

Inkomsten in euro = 4,50 x tijd in uren

wordt dan

I = 4,50t

 

3.2 Lineaire grafiek bij een formule

Vaak staat er onder de formule meer info:

K = 4,50 + 5,20a

K = kosten in euro                 de variabelen hier zijn K en a

a = aantal kilo                          de gebruikte eenheden euro en kilo

 

                       Opschrijven!

In een lineaire formule:

1. een begingetal (kan ook 0 zijn).

Het vaste aantal in de formule

2. een richtingscoefficient (afgekort r.c.). De r.c. wordt soms ook daalgetal of stijggetal genoemd.

3. twee variabelen

Voorbeeld:

1: 4,50 is het begingetal

2: 5,20 is de richtingscoefficient, in dit geval het stijggetal. Er komt steeds 5,20 bij!

3: K en a zijn de variabelen.

Opdrachten maken

12, 13 en 15

Leerdoel 2 + 3

Aan het eind van de les 

Kun je de variabelen en de eenheden 

opschrijven bij een formule

Kun je een lineair verband invullen

Plattegrond + telefoontas

Uitleg theorie C

Leerdoel 1

 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een vloeiende kromme en een lineaire grafiek.

Leerdoel 2 + 3

Kun je de variabelen en de eenheden 

opschrijven bij een formule

Kun je een lineair verband invullen

Leerdoel 4 + 5

Aan het eind van de les 

Kun je een grafiek tekenen bij een lineaire formule

Kun je zelf een assenstelsel maken bij een grafiek

Theorie C

Lineaire grafiek tekenen

3.2 Lineaire grafiek bij een formule

Let op bij een assenstelsel:

Nooit meer dan 10 hokjes verticaal gebruiken. 

3.2 Lineaire grafiek bij een formule

hoogste punt grafiek = maximum

laagste punt grafiek = minimum

video

Grafiek tekenen

Je kunt zelf uitrekenen hoe hoog de verticale as 

moet worden als dat nodig is. 

Lengte in cm = 25 + 5 x tijd in dagen

Teken de grafiek voor twee weken.

Hoe pak je dit aan?

Maken

20 t/m 23
(2 t/m 7, 12, 13, 15)

Weektaak

Opdrachten theorie A t/m C afmaken

Maandag / dinsdag bespreken we de weektaak.