De winkelmedewerker

• detail
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

De winkelmedewerker

Leerdoel: ik weet wat...

- functies zijn

- wat verantwoordelijkheden en taken zijn.

- dat er verschillende functies zijn.

Functies

Functie = De rol of positie in het bedrijf

Hoe groter de winkel hoe meer functies er zijn

Functies: Aankomend verkoopmedewerker, verkoper, verkoopspecialist, afdelingsmanager, bedrijfsleider/filiaalmanager & ondernemer 

Verkoper & Verkoopspecialist

Verkoper: - werkt langer in een winkel

                     - zelfde taken als aankomend verkoopmedewerker 

                     - extra taken zoals --> informatie geven aan klanten                            (verkoopgesprek)

Verkoopspecialist: - weet veel van het artikel

                                        - voert veel verkoopgesprekken

                                        - begeleid verkopers

Afdelingsmanager & Bedrijfsleider

Afdelingsmanager: - leiding over medewerkers op een afdeling

                                          - vooral in grote winkels (Bijenkorf en V&D)

                                          - bijvoorbeeld afdelingsmanager kassa

Bedrijfsleider: - Leiding over het hele bedrijf

                               - Maakt werkroosters

                               - Geeft leiding aan personeel

                               - Zorgt voor inrichting

                               - Geeft advies, behandeld klachten

Filiaalmanager & Ondernemer

Filiaalmanager:  - Leiding over een filiaal van een grootwinkelbedrijf

                                   - Maakt werkroosters

                                   - Geeft leiding aan personeel

                                   - Zorgt voor inrichting

                                   - Geeft advies, behandeld klachten

Ondernemer: - Eigenaar van een bedrijf.

                             - Klein bedrijf doet bijna alles.

                             - Groot bedrijf heeft leidinggevende taken

Taken

Takenpakket = alle taken die moet uitvoeren

Welke taken??

• Collega's helpen
• Goederen ontvangen & controleren (kapot ja/nee)
• Goederen opruimen
• Voorraad winkel aanvullen
• Klanten helpen

Kennis & vaardigheden

Kennis =  wat jij weet (Je kan wat vertellen over het artikel dat jij verkoopt)

Vaardigheid = wat jij kan (Bijvoorbeeld het vakken vullen)

Sociale & communicatieve vaardigheden

Sociaal = omgang met andere mensen

Communicatief = praten met andere mensen

Persoonlijke eigenschappen

Liggen vast in je karakter.

Worden verder gevormd door je ervaring.

ALLES WAT JE MEEMAAKT IN HET LEVEN

IEDER MENS IS ANDERS, NIEMAND IS HET ZELFDE

Noem een voorbeeld van een persoonlijke eigenschap

Wat is een functie?

1. Het zegt iets over de taken die je hebt in de winkel
2. Alle artikelen in de winkel en het magazijn
3. Dat je er verzorgd uitziet
4. Papier waarop staat hoeveel artikelen er geleverd worden

Wat zijn taken?

1. Het zegt iets over de taken die je hebt in de winkel
2. Dat is een functie van iemand die in de winkel werkt
3. Dat je er verzorgd uitziet
4. Werkzaamheden die je in de winkel doet

Wat zijn werkzaamheden?