Fiscaal 2.2 + 2.3

• Economie
• MBO
• Studiejaar 2

En wie ben jij?

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

- een berekening maken van Bruto- naar Netto loon;

- een berekening maken van de loonkosten van een werkgever.

- aangeven welke vormen van bijzondere verloningen er zijn.

Programma

- Terugblik vorige les

- Bespreken par 2.2

 - Aan de slag

Wat weet je nog?

Van Brutoloon naar Nettoloon

- Loonheffing <--->  Loonheffingen

- Levensloop (verlaagt loon)

- Auto vd Zaak (bijtelling afh.van cat.waarde)

- Fooien (verhoogt loon)

- Werknemersdeel pensioenpremie (verlaagt loon)

Loonheffing <--> Loonheffingen

Loonheffing = Loonbelasting + Premies Volksverzekeringen

(werknemer betaalt)

Loonheffingen = Loonheffing + premies Werknemersverzekeringen + Premie Zorgverzekeringswet

(werkgever betaalt)

Van Brutoloon naar Loonkosten

- Aanspraken (bonus, kleding)

- Pensioenpremie werkgever (betaalt je werkgever)

- Levensloopregeling

- Premie Werknemersverzek/Zorgverzek.wet

- Vakantietoeslag

Voortschrijdend Rekenkundig Gemiddelde

( blz 70 Fiscale Kennis) 

De auto van de zaak

1. Is een loonkostenpost voor de werkgever
2. Zie je op de loonstrook van de werknemer
3. is belast tegen 25% van de cataloguswaarde

Het werknemersdeel van de pensioenpremie

1. Verlaagt het nettoloon
2. Verhoogt het nettoloon
3. Verhoogt en verlaagt het nettoloon niet.

Het werkgeversdeel van de pensioenpremie

1. Verlaagt de loonkosten
2. Verhoogt de loonkosten
3. Verhoogt en verlaagt de loonkosten niet.