Blok 4

Mens en Gezondheid


Blok 4
De basisschool

Pak allemaal een laptop 
en ga naar www.lessonup.nl
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Mens en Gezondheid


Blok 4
De basisschool

Pak allemaal een laptop 
en ga naar www.lessonup.nl

Slide 1 - Diapositive

Doelen blok 4
  • Je kunt uitleggen wat een voedselovergevoeligheid is
  • Je kunt vertellen wat additieven en E-nummers zijn
  • Je kunt uitleggen welke invloed voedsel kan hebben op de gezondheid
  • Je kunt uitleggen wat overgewicht is en wat je ertegen kunt doen
  • Je kunt vertellen hoe je een verantwoord bewegings- en voedingspatroon samenstelt
  • Je kunt informatie zoeken en geven over gezonde leefstijl
  • Je kunt beschrijven hoe de media invloed heeft op je leefstijl en voorbeelden geven







Slide 2 - Diapositive

Als je meteen een dikke keel krijgt bij het eten van noten heb je dan een voedselallergie of een voedselintolerantie?
A
voedselallergie
B
voedselintolerantie

Slide 3 - Quiz

Voedselallergie
Voedselintolerantie
reactie van het lichaam vrijwel meteen na het eten van een allergeen.
de reactie komt veel later ( 8 tot 48 uur )
hevige reactie ( anafylactische shock (ofwel: anafylaxie), kun je aan doodgaan.)
reacties zijn heel verschillend per persoon

Slide 4 - Question de remorquage

Waarom komt voedselallergie vaker voor bij baby’s en jonge kinderen?

A
Hun darmen en afweersysteem zijn nog niet volledig ontwikkeld.
B
Hun voeding bevat meer stoffen die een allergie kunnen uitlokken.
C
Zij worden aan meer ziektekiemen blootgesteld.
D
Zij zijn vaker verkouden en eten dan niet goed.

Slide 5 - Quiz

Voorbeelden van een voedselallergie zijn?
timer
0:30
A
Vis en schaaldieren allergie
B
Noten allergie
C
Tarwe allergie
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 6 - Quiz

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Pinda allergie
B
Notenallergie
C
Weekdieren allergie
D
Schaaldierenallergie

Slide 7 - Quiz

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Melk allergie
B
Soja allergie
C
Mosterd allergie
D
Noten allergie

Slide 8 - Quiz

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Gluten allergie
B
Notenallergie
C
Weekdieren allergie
D
Graanallergie

Slide 9 - Quiz

Om welke voedselallergie gaat het hier?
A
Pinda allergie
B
Soja allergie
C
Weekdieren allergie
D
Noten allergie

Slide 10 - Quiz


Welke mensen mogen geen Pasta Bolognese eten?
A
mensen met lactose intolerantie
B
Mensen met een notenallergie
C
mensen met coeliakie
D
Mensen met een allergie voor vis

Slide 11 - Quiz

Wat is Coeliakie,
A
Koemelk-allergie
B
Gluten-allergie
C
Geen suiker kunnen verdragen
D
Noten-allergie

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Op je stage bij de facilitaire dienst moet je de lunch voorbereiden voor een vergadering. Eén van de gasten heeft doorgegeven dat hij coeliakie heeft.
Wat mag deze gast niet eten

A
Brood
B
Vleeswaren
C
Gekookte eieren
D
Yoghurt

Slide 14 - Quiz

Kun je van Glutenintolerantie (coeliakie) genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Als je last van glutenintolerantie (coeliakie) hebt dan zit het probleem in je
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Maag
D
Slokdarm

Slide 16 - Quiz

In voedsel kunnen micro-organismen zitten die giftige stoffen aanmaken. Wat kun je krijgen als je die op eet?
A
Voedselallergie
B
Voedselinfectie
C
Voedselintolerantie
D
Voedselvergiftiging

Slide 17 - Quiz

E-nummers

Slide 18 - Diapositive

Geef 5 voorbeelden van additieven (in voeding)

Slide 19 - Question ouverte

Waarom zitten er E-nummers in voeding?

Slide 20 - Question ouverte

Geleermiddelen
Antioxidanten
Emulgatoren
Stabilisatoren
Verpakkingsgassen
Conserveermiddelen
tegen verkleuren en smaakverandering door het inwerken van zuurstof
voor het mengen van stoffen ( olie en water)
zorgen ervoor dat de eigenschappen van een product niet verloren gaan
zorgen ervoor dat het steviger wordt, in de vorm van een gel
langer houdbaar maken
langer houdbaar maken

Slide 21 - Question de remorquage

Slide 22 - Diapositive

Hoe bereken je of iemand overgewicht heeft?

Slide 23 - Question ouverte

BMI
A
Body master index
B
Body Mass Index

Slide 24 - Quiz

Hoe bereken je je BMI?
A
gewicht/lengte
B
gewicht/(lengte x leeftijd)
C
gewicht/lengte^2
D
gewicht/leeftijd^2

Slide 25 - Quiz

Wat is een gezonde BMI?
A
minder dan 18,5
B
18,5-25
C
25-30
D
meer dan 30

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Je wilt informatie zoeken over gezonde en verantwoorde voeding. Welke informatiebron gebruik je?

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Lien




Blok 4 Wat eet jij?

Slide 30 - Diapositive

Wat eten Nederlanders?
  • 20ste eeuw: Eten uit eigen land.
  • 21ste eeuw: Ook veel buitenlands eten op menukaart.
  • Typisch NL: Aardappels, vlees en groente. 

Slide 31 - Diapositive

Jaren 50 &60 & 70
Verandering in eetpatroon NL.
  • Komst gastarbeiders
  • Inwoners oude koloniën

Kennis met nieuwe gerechten: 
-Bami, Nasi, Pizza, Pasta's, couscous, Roti.

Slide 32 - Diapositive

Eten & Globalisering

  • Doordat de wereld kleiner is geworden door de komst van het Internet, snellere transport, wereldhandel, etc. nu ook goedkoper buitenlands voedsel in NL.

Slide 33 - Diapositive

Boodschappen doen
Jaren 40:
  • Boodschappen doen bij: slager, bakker, melkboer, kruidenier, etc.
Jaren 50:
  • Komst supermarkt. Alles onder 1 dak! 
  • 1946: 1e supermarkt in NL

Slide 34 - Diapositive

Wie kookt er vanavond?
21ste eeuw:                                                                        Jaren 50/60

Slide 35 - Diapositive

Gemaksvoedsel

In de supermarkt is er tegenwoordig veel snel en gemakkelijk voedsel te vinden.
-voorverpakt
-kant en klaar 

Slide 36 - Diapositive

Eten uit de fabriek
  • Ons dagelijks voedsel is bewerkt, voordat het op je bord ligt.
  • Vb: Melk van de koe: gaat naar fabriek: boter, kaas, yoghurt, etc.
  • Graan = brood, koekjes, cakes, etc.

Slide 37 - Diapositive

Voedsel bewerken
Veel voedsel wordt in de fabriek op verschillende manieren verwerkt/bewerkt:
  • Conserveermiddelen: houdbaarheid verlengen
  • Smaakstoffen: lekkerder eten maken (zoet, zout,etc.)
  • Kleurstoffen toevoegen: mooier en aantrekkelijk maken.
(vb kleurenspaghetti)

Slide 38 - Diapositive

Bewuster eten
Welke stoffen eten bevat, staat op het etiket. Ook kun je lezen wat er precies in zit in het product, zoals: 
  • Aantal calorieën
  • eiwitten
  • koolhydraten
  • vetten 
  • Kleur- smaakstoffen. EN ook E-nummers voor de veiligheid van producten. 

Slide 39 - Diapositive

Tussendoortje
Eetgewoonte 21ste eeuw:
  • Snacken/tussendoortje 
Vb: Mars/Snickers/Liga/Muslireep
  • Overal ook te koop, maar is het wel gezond?
  • Vroeger aten ze maar 3x per dag!

Slide 40 - Diapositive

Tussendoortjes: Wel zo gezond?
Lichaam heeft het niet nodig. 
Waarom eten we het dan?
  1. weinig voorbereidingstijd
  2. gemakzucht
  3. voor het grijpen (in de winkels)
  4. laten beïnvloeden door reclames
  5. Luxe: genoeg geld

Slide 41 - Diapositive

Reclames
Mensen laten zich beïnvloeden door reclames. Ook als het om voedsel gaat.
-vb. (chips) reclames
-Acties op social media
-Zichtbaarheid in winkels
-Aanbiedingsacties: 2e halve prijs!

Slide 42 - Diapositive

Toekomst voedsel
2020: 7,5 miljard mensen op de wereld. 2050: 9 miljard.

  • Hoe voeden we deze mensen?
  • Meer dieren? Niet goed voor milieu!
  • Bossen kappen voor landbouwgrond? Nee!
Kweekvlees

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Vidéo

Aan de slag!

Maak blok 4 en laat aan docent zien. 
]1,3,4,5,6,8
Niet af = niet weg 
timer
15:00

Slide 45 - Diapositive

Gezond tussendoortje bedenken
Bedenk een gezond en aantrekkelijk tussendoortje met een maximaal budget van 5 euro.

We                                     
                                              Werk in groepjes van 3


Slide 46 - Diapositive

Waarom is jou tussendoortje gezond?
(welke vitaminen/mineralen)

Slide 47 - Question ouverte