2.4 Atoombouw

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Atoommassa, ionmassa & molecuulmassa

2.4 Atoombouw

Rutherford

Atoommodel Rutherford (1911): 

Een atoom bestaat uit:

Protonen (kern => +)

Neutronen (kern => neutraal) 

Elektronen (wolk => -)

Protonen en neutronen in de kern
Electronen in de wolk eromheen.

Atoomnummer

• atoomnummer = aantal protonen

• aantal elektronen = aantal protonen (geen lading)
  

• massagetal = aantal protonen + aantal neutronen

Een zuurstofatoom met massagetal 16. Hoeveel protonen bevat dit atoom?

1. 16
2. 8
3. 6
4. 32

Een zuurstofatoom met massagetal 16. Hoeveel elektronen bevat dit atoom?

1. 16
2. 8
3. 6
4. 32

Een zuurstofatoom met massagetal 16. Hoeveel neutronen bevat dit atoom?

1. 16
2. 8
3. 6
4. 32

Een bepaald atoom bevat 15 protonen. Welk atoom is dit?

1. stikstof
2. zuurstof
3. fosfor
4. chloor

Een bepaald chloor atoom bevat 20 neutronen. Wat is het massagetal?

1. 17
2. 18
3. 35
4. 37

Welk atoom is dit?

Het element met atoomnummer 11 is natrium

1. ja
2. nee

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel protonen heeft natrium?

1. 11
2. 12
3. 23
4. 34

Waar vind je de neutronen en waar zijn ze gelijk aan?

1. Rond de kern, gelijk aan de massa
2. In de kern, gelijk aan de massa
3. Rond de kern, gelijk aan (massa - atoomnummer)
4. In de kern, gelijk aan (massa - atoomnummer)

Als er een neutron bij komt dan

1. Wordt het atoom nummer hoger
2. Wordt het atoomnummer lager
3. Wordt het massagetal hoger
4. Wordt het massagetal lager

Aan de slag!

Maak de volgende vragen 

53, 55, 56, 57, 58

Na 20 minuten bespreken we de antwoorden met de klas.