3 ORIENTATIE + 3.1 DE VERLICHTING

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hdst 3 POLITIEKE REVOLUTIES

Tijdvak 

Pruiken en Revoluties

Hier zitten we nu!

par 3.1 Lesdoel= Je kunt een omschrijving geven van de standensamenleving in het Ancien regime

Koning Lodewijk XIV

Absolute Macht:
één persoon heeft ALLE macht

Tijdens de periode van het ancien regime (het oude bestuur van voor de Franse revolutie)staat de koning boven de wet

Lodewijk XVI

• Lodewijk XVI was een absoluut vorst.
  
• Lodewijk XVI gaf veel geld uit aan oorlogen en feesten.
• Frankijk had bijna geen geld meer.
  

Eerste stand: geestelijken

Mensen werkzaam binnen de Katholieke kerk

1. Beschikte over 10 procent van het land in Frankrijk

2. hoefde geen belasting te betalen

3. Moest zorgen voor de zieken

Tweede stand: adel

Mensen met titels als graaf of baron

Inkomstenbron: Het land dat zij bezaten

* Geen belasting betalen want zij betaalde belasting met bloed ( wanneer ze meevochten in de oorlog)

Zelfstandig werken

• Lees par 3.1
  
• Maak par 3.1 (opdr 3 t/m 6 + laatste vraag)

Lees par 3.2....

IN STILTE !!