HAVO 3 - NN H2 Grammatica woordsoorten - onbepaald vnw (les 2)

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Het onbepaald voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 2 Grammatica woordsoorten
het onbepaald voornaamwoord

Slide 3 - Diapositive

Doelen
Je kunt ...
  1. een persoonlijk voornaamwoord herkennen en gebruiken.
  2. een bezittelijk voornaamwoord herkennen en gebruiken.
  3. een aanwijzend voornaamwoord herkennen en gebruiken.
  4. een betrekkelijk voornaamwoord herkennen en gebruiken.
  5. onbepaalde voornaamwoorden herkennen en gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

Even opfrissen
Persoonlijk voornaamwoord
Persoon, dier of ding => ik, jij, hij, jij, het, wij etc
Bezittelijk voornaamwoord
Duidt bezit aan => mijn kind, jullie huis, ons feest (altijd voor zn)
Aanwijzend voornaamwoord
Wijst iets of iemand aan => die, dat, deze, dit


Slide 5 - Diapositive

Even opfrissen
Betrekkelijk voornaamwoord
Wijst terug naar een woord dat eerder genoemd is, het antecedent.



Slide 6 - Diapositive

Onbepaald vnw
Een onbepaald vnw verwijst naar een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies om wie of wat het gaat.
Het is een algemene verwijzing. 

Gisteren vertelde iemand mij iets, wat niemand mag weten.

Slide 7 - Diapositive

Onbepaald vnw
Een onbepaald vnw verwijst naar een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies om wie of wat het gaat.
Het is een algemene verwijzing. 
Onbepaalde voornaamwoorden zijn bijvoorbeeld >
iemand, niemand, iedereen, men, je, menigeen, het, iets, zoiets, niets, alles, elk(e), ieder(e), menig(e), wat, ene, (een) zekere, een of ander(e)

Slide 8 - Diapositive

Onbepaald vnw
Lastige gevallen
- Moeilijkheden kun je maar beter vermijden.
je = onbepaald vnw omdat het men betekent
- Neem jij ook wat mee naar het feest?
wat = onbepaald als het iets betekent
- Het is al laat, maar het is nog steeds gezellig.
het = onbepaald als het tijd, weersomstandigheden of sfeer aangeeft



Slide 9 - Diapositive

Welk woord is een onbepaald voornaamwoord?
Iedereen kan tellen tot tien.
A
Iedereen
B
tellen
C
tot
D
tien

Slide 10 - Quiz

Welke zin bevat een onbepaald vnw?
A
Het regent heel hard.
B
Het huis is al oud.

Slide 11 - Quiz

Welke zin bevat geen onbepaald vnw?
A
Vorige week vertelde Joost mij iets.
B
Niemand mag het weten.
C
Je fietst morgen op tijd naar school.
D
Iedereen vond het schoolfeest een succes.

Slide 12 - Quiz

Jouw (boek)
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Aanwijzend voornaamwoord
D
Onbepaald voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

Hij bracht ons naar dat feest.

HIJ?
A
aanwijzend voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
vragend voornaamwoord

Slide 14 - Quiz

"Wie is die man met de hond?''
Wat is het onbepaald voornaamwoord in deze zin?

A
wie
B
hond
C
die
D
Er zit geen onbepaald vnw in deze zin.

Slide 15 - Quiz

Niemand vertelt mij iets!

Het onbepaald voornaamwoord is...
A
Niemand & mij
B
Mij & iets
C
iets
D
Niemand & iets

Slide 16 - Quiz

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn ...
A
Zij
B
Zij & aan
C
Hem
D
Zij & hem

Slide 17 - Quiz

Zij kamt haar haar voor de spiegel.

Het persoonlijk voornaamwoord is... /
De persoonlijke voornaamwoorden zijn ...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar

Slide 18 - Quiz

Ik heb ze van Marie geleend.

Het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn ...
A
ik
B
ze
C
Marie
D
ik / ze

Slide 19 - Quiz

Welke voornaamwoorden kunnen zowel een persoonlijk als een bezittelijk voornaamwoord zijn?
A
jullie
B
ze

Slide 20 - Quiz

Welk woord is het onbepaald voornaamwoord?
A
dat
B
mijn
C
wij
D
iemand

Slide 21 - Quiz

Aan de slag
1) Lezen theorie blz. 62
2) Maken opdracht 1 + 2, blz. 62 + 63 
3) Klaar? Lezen in je leesboek




Slide 22 - Diapositive

Hoe heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage