Taal interventie - zwakke werkwoorden
1 / 14
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
De kinderen ......
(vullen, vt)
(vullen, vt)
Slide 4 - Question ouverte
Hij .......
(wensen, vt)
(wensen, vt)
Slide 5 - Question ouverte
De meiden .......
(praten, vt)
(praten, vt)
Slide 6 - Question ouverte
Mijn moeder .....
(vegen, vt)
(vegen, vt)
Slide 7 - Question ouverte
Piet .....
(peinzen, vt)
(peinzen, vt)
Slide 8 - Question ouverte
De oma's .......
(groeten, vt)
(groeten, vt)
Slide 9 - Question ouverte
Wij ........ (haten, vt) het om
door de kou te fietsen.
door de kou te fietsen.
Slide 10 - Question ouverte
Loes ....... (vieren, vt) haar
verjaardag in het zwembad.
verjaardag in het zwembad.
Slide 11 - Question ouverte
Oma .......(braden, vt)
het stuk vlees in de pan
het stuk vlees in de pan
Slide 12 - Question ouverte
Die bal.......(kosten, vt) me
twee maanden zakgeld.
twee maanden zakgeld.
Slide 13 - Question ouverte
Ik kan zelfde klank woorden
in de verleden tijd schrijven.
in de verleden tijd schrijven.
😒🙁😐🙂😃
