Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
9.4 Elektronische schakelaars
Lesdoel:
Uitleggen wat er nodig is voor een automatische schakeling.
De werking van een transistor uitleggen.
De werking van het relais uitleggen.
Slide 1 - Diapositive
Voorkennis
Welke automatische schakelaar heb jij laatst nog bediend ?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
0
Slide 6 - Vidéo
Slide 7 - Diapositive
Werking transistor
De transistor heeft drie aansluitpunten; een basis (b), collector (c) en emitter (e). Als er een voldoende grote stroom door de basis vloeit schakelt de transistor. Er gaat dan een stroom via de collector naar de emitter.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Tekenen schakeling met transistor
Teken een inbraakalarm met reedcontact en transistor en leg de werking uit.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Een condensator moet je aansluiten op een gelijkstroom. Deze laadt dan op tot deze vol is en is dan gedurende korte tijd bruikbaar als spanningsbron.
Symbool; zie vorige dia.
Elke condensator heeft een bepaalde capaciteit. De eenheid is Farad (F)
V.b. C = 200 μF betekent:
De capaciteit is 200 microFarad.
Slide 13 - Diapositive
Een schakeling met condensator
Als je de schakelaar
sluit laadt de condensator op. Als je hem opent blijft de lamp branden op de stroom van de condensator.
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Een schakelaar met condensator uitleggen.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Belang lesdoel
De transistor is een van de lastigere onderwerpen, welk regelmatig bij examens terugkomt.
Transistoren kom je in vrijwel alle elektronica tegen.
Relais kun je vaak zelf in schakelingen zetten, in bijvoorbeeld een eigen gemaakt knipperlicht.