Spelling Blok 9 Week 3 Les 2
1 / 21
La durée de la leçon est: 120 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Typ de persoonsvorm van deze zin:
De jongen gaf iedereen een snoepje.
De jongen gaf iedereen een snoepje.
Slide 2 - Question ouverte
Typ het onderwerp van deze zin:
De jongen gaf iedereen een snoepje.
De jongen gaf iedereen een snoepje.
Slide 3 - Question ouverte
Typ de persoonsvorm van deze zin:
De bakker uit de straat begroette de klant.
De bakker uit de straat begroette de klant.
Slide 4 - Question ouverte
Typ het onderwerp van deze zin:
De bakker uit de straat begroette de klant.
De bakker uit de straat begroette de klant.
Slide 5 - Question ouverte
Typ de persoonsvorm van deze zin:
Waarom viel het kleine meisje van haar fiets?
Waarom viel het kleine meisje van haar fiets?
Slide 6 - Question ouverte
Typ het onderwerp van deze zin:
De vrouw met de rode jas gaf iedereen een knuffel.
De vrouw met de rode jas gaf iedereen een knuffel.
Slide 7 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 8 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de sperzieboon
de sperzieboon
Slide 9 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 10 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de thee
de thee
Slide 11 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 12 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de lunch
de lunch
Slide 13 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 14 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
katoenen
katoenen
Slide 15 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 16 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
het tafellaken
het tafellaken
Slide 17 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 18 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
lauwe
lauwe
Slide 19 - Question ouverte
Luister naar de zin en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 20 - Question ouverte
Typ de zin nu nog een keer goed:
Zij bereidt dezelfde vruchtenvlaaien als uit de etalage, omdat zij die zo lekker vindt.
Zij bereidt dezelfde vruchtenvlaaien als uit de etalage, omdat zij die zo lekker vindt.
