Pietertjes

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5

Presentatie meesterstukken

Annet Apol

Geeske Wind

Kelly Hoekstra

Kunny Doornbos

Magrieta van der Tuin

Nienke Kromkamp

lessonup.app

rekencoördinator

Onderzoeksvraag Geeske Wind

'' Hoe staat basisschool ’t Foarhûs ervoor wat betreft het automatiseren en memoriseren van de basisbewerkingen tot 20 en welke aanbevelingen zouden kunnen worden gedaan om het niveau naar een hoger plan te tillen? ''

Het vrijwel routinematig uitvoeren van rekenhandelingen noemen we … ?

1. Automatiseren
2. Memoriseren

Wat blijkt volgens onderzoek GEEN kenmerk te zijn van rekensterke scholen m.b.t. het onderwijs in automatiseren?

1. Het aanbod in de verschillende leerjaren sluit goed op elkaar aan.
2. De leertijd is minimaal 10 min. per dag voor gr. 3 t/m 5. Voor gr. 6 t/m 8 is 10 min. per week voldoende.
3. De leerkrachten analyseren systematisch de voortgang van de leerlingen.

Onderzoeksvraag 

Nienke Kromkamp

‘’Zijn de tafels beter geautomatiseerd door inoefenen via bewegend leren?”

Wie kan inspirerend vertellen over het belang van bewegen?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoeveel rekendrempels
zijn er?

1. 2 drempels
2. 3 drempels
3. 4 drempels
4. 5 drempels

Hoeveel minuten is voor een bewegend-leeractiviteit al voldoende voor een positief effect op de hersenen?

060

Tips voor bewegend leren:

• Gedeeld document
• Liedjes op YouTube
  
• DoeVrijdag
• Janet de Vink
  https://www.vouwjuf.nl/juf-janet/creatief-met-deksels/
• Juf Anja
  https://jufanja.eu/bewegend-leren-rekenen/

Onderzoeksvraag  

Kelly Hoekstra

''Heeft extra oefenen met de tafels, door middel van spel, effect op het automatiseren van de tafels?''

Mijn onderzoek richt zich op het automatiseren van de tafels.
Onder welke van de volgende 4 hoofdfasen valt dit?

1. Begripsvorming
2. Ontwikkelen van oplossingsprocedures
3. Vlot leren rekenen
4. Flexibel toepassen van kennis en vaardigheden

Het rekenmuurtje van Bareka is opgebouwd uit 5 drempels.
Onder welke drempel valt het vermenigvuldigen?

1. drempel 2
2. drempel 3
3. drempel 4
4. drempel 5

Er zijn een aantal voorwaarden waar een goed spel voor in de rekenles aan moet voldoen.
Welke hoort hier NIET bij?

1. Het hoofddoel moet intensief geoefend kunnen worden.
2. Het spel moet in ongeveer 20 tot 30 minuten gespeeld kunnen worden.
3. Er moet een juiste balans van strategie en geluk in zitten.
4. Je moet het op meer niveaus kunnen spelen en desgewenst moeilijker of makkelijker kunnen maken.

• Duidelijke rekendoelen

• Hoofdoel intensief oefenen

• Eenvoudige spelregels

• In korte tijd spelen (10-15 minuten)

• Spelers zo veel mogelijk bij elke beurt betrokken

• Uitdagend en onderhoudend, plezier bieden

• Spelen op meer niveaus

• Voor leerkracht: gedrag zien en bespreken

Aantal voorwaarden waar een goed spel voor de rekenles aan moet voldoen:

• Spelers zijn zo veel mogelijk bij elke beurt betrokken

• Duidelijke rekendoelen

• Hoofddoel intensief oefenen

• Eenvoudige spelregels

• In korte tijd spelen (10-15 minuten)

• Balans strategie en geluk

• Uitdagend en plezier bieden

• Spelen op meer niveaus

• Voor leerkracht: gedrag zien en bespreken

staafgrafiek onderzoeksresultaten

Onderzoeksvraag 

Kunny Doornbos

''In hoeverre wordt het rekenbegrip bij de leerlingen in groep 3 en 4 verbeterd door de rekentaal van Getal en Ruimte junior expliciet aan te leren?''

Wat is voor het leren rekenen de overeenkomende, belemmerende factor in deze beide wijken?

1. Werkeloosheid
2. Taalzwakte
3. Laag inkomen
4. Gesloten cultuur

Welk begrip wordt met deze plaatjes aangeduid?

1. Keer
2. Vermenigvuldigen
3. Eraf
4. Samen

Er zijn verschillende scaffoldingtechnieken. Waar staan ze in volgorde van meer naar minder in de steigers?

1. Laten verbeteren, kwaliteit benoemen, herformuleren, verwijzen, herhalen
2. Verwijzen, herformuleren, kwaliteit benoemen, herhalen, laten verbeteren
3. Herformuleren, verwijzen, laten verbeteren, herhalen, kwaliteit benoemen
4. Herhalen, herformuleren, verwijzen, kwaliteit benoemen, laten verbeteren

Onderzoeksvraag Magrieta van der Tuin

'' Welke rekenmethode sluit het best aan bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen op de dr. Bekenkampschool? ''

1. Toewerken naar rekenen in het dagelijks leven.
2. Eén doel per dag of indien mogelijk per week.
3. Sterke rekenaars worden uitgedaagd
4. Kinderen volgen aan de hand van toetsen

1. De wereld in Getallen 5
2. Pluspunt
3. Gynzy
4. Getal & Ruimte Junior

1. Getallen (en bewerkingen)
2. Meten (en Meetkunde)
3. Verhoudingen
4. Verbanden

Onderzoeksvraag 

Annet Apol

'' Waar moet een rekenmethode aan voldoen om aan te sluiten bij het rekenonderwijs op SWS de Vlieger? ''

De volgende som wordt aangeboden met ‘echte’ euro’s. Bij welke fase in het handelingsmodel past deze manier van aanbieden?

1. Fase 1: informeel handelen
2. Fase 2: voorstellen concreet
3. Fase 3: voostellen abstract
4. Fase 4: Formeel handelen

1. De leerling heeft de (standaard)oppervlaktematen km2 , m2 , dm2 , cm2, paraat
2. De leerling heeft paraat 1dm3 = 1 liter = 1000ml

1. Zowel stelling 1 en 2 horen bij het 1F niveau.
2. Zowel stelling 1 en 2 horen bij het 1S niveau
3. Stelling 1 hoort bij het 1F niveau en stelling 2 bij het 1S niveau
4. Stelling 1 hoort bij het 1S niveau en stelling 2 bij het 1F niveau

Hoeveel nieuwe Rekenmethodes zijn er nu op de markt, als we kijken naar ‘papieren’ methodes?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Conclusie

- Nieuwe oefenstof aanbieden aan de hand van herkenbare contexten

- Ruimte voor differentiatie op het niveau van de leerling

- Hoge ambitie à 1S niveau. Kan dit niet dan een duidelijke lijn voor 1F niveau

- Meerdere rekenstrategieën aanbieden

- Een papieren methode met ook digitale verwerking

- Één doel per les of zelfs per week

- Ruimte voor eigen inbreng zoals Meten en Meetkunde

- Voldoende aandacht voor automatiseren

presentaties