2k Unit 4 vocab 1

Welke woorden in het Engels ken je met betrekking tot politiek?
1 / 15
suivant
Slide 1: Carte mentale
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke woorden in het Engels ken je met betrekking tot politiek?

Slide 1 - Carte mentale

It's my dream to be involved with a lot of animal charities.
What does 'to be involved' mean in Dutch?
A
involved zijn
B
betrokken zijn
C
volveren
D
volverend zijn

Slide 2 - Quiz

The US presidential election is very important.
What does 'election' mean in Dutch?
A
I am not reading the answers, just pressing A
B
kiezen
C
verkiezing
D
eren

Slide 3 - Quiz

True or false. Betekent 'issue' in het Nederlands 'insueren'?
A
true
B
false

Slide 4 - Quiz

Find the odd one out. Welke hoort er niet bij?
A
election
B
president
C
fact
D
government

Slide 5 - Quiz

Fill in the correct word.
It doesn't ....... if you're right or wrong
A
matter
B
care
C
madder

Slide 6 - Quiz

lid
voorstel
onderzoek
samenleving
member
research
society
proposal

Slide 7 - Question de remorquage

Hoe vertaal je het werkwoord 'beïnvloeden' in het Engels?
A
to flud
B
to impact
C
to impakt

Slide 8 - Quiz

Dit is een belangrijke toets.
Hoe vertaal je 'belangrijk' in het Engels?
A
langtent
B
inportent
C
important

Slide 9 - Quiz

Hoe vertaal je 'keuze' in het Engels?
A
choice
B
to rate
C
to go

Slide 10 - Quiz

discrimination
choice
powerful
not fair
discriminatie
krachtig
niet eerlijk
keuze

Slide 11 - Question de remorquage

True or false? Betekent 'speech' in het Nederlands 'toespraak'?
A
true
B
false

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste woord in.
Every adult in the Netherlands has a ..... to vote.
A
left
B
right
C
riht

Slide 13 - Quiz

Maak een zin en gebruik de volgende woorden:

meeting - campaign - to vote

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive