Proefwerk H2

Proefwerk H2
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Proefwerk H2

Slide 1 - Diapositive

Jodi drinkt water uit een stenen beker. Waarom zijn water en steen stoffen?

Slide 2 - Question ouverte

Voorwerpen zijn gemaakt van materialen. Schrijf vier voorbeelden op van een stof.

Slide 3 - Question ouverte

Schrijf achter elke stof de belangrijkste stofeigenschap van die stof.
vuurvast steen
chloor
lippenstift
chocolade
aardgas
parfum
brandbaarheid
geur
giftigheid
kleur
smaak
smeltpunt

Slide 4 - Question de remorquage

Een plastic bakje dat geschikt is om te verwarmen in een magnetron heeft meestal de tekst ‘microwave-safe’ onderop staan.
Welke stofeigenschap moet ‘microwave-safe’ plastic zeker hebben?

Slide 5 - Question ouverte

Is het een thermoharder of een thermoplast?
thermoharder
thermoplast
frisdrankfles (PET-fles)
plastic koffiebekertje
stekker
LEGO-stenen
kunststof tafelblad in het practicumlokaal
plastic boterhamzakje

Slide 6 - Question de remorquage

Hoe heet een mengsel van metalen?

Slide 7 - Question ouverte

Je roert zonnebloemolie en water door elkaar.
Je stopt met roeren. Wat gebeurt er?
A
De oliedruppeltjes blijven in het water zweven.
B
De zonnebloemolie gaat naar beneden en het water gaat op de olie drijven.
C
De zonnebloemolie gaat omhoog en gaat op het water drijven.
D
Zonnebloemolie lost in het water op en het blijft goed gemengd.

Slide 8 - Quiz

Leg uit waarom afwasmiddel een goede emulgator is.

Slide 9 - Question ouverte

Joan drinkt een kopje thee met suiker. Ella drinkt haar thee zonder suiker, maar met een scheutje melk erin.
Leg uit waarom de thee van Joan een oplossing is en de thee van Ella een emulsie.

Slide 10 - Question ouverte

Geef  aan welke pH bij welke oplossing hoort. 
basische oplossing
neutrale oplossing
zure oplossing
pH is 7
pH is groter dan 7
pH is kleiner dan 7

Slide 11 - Question de remorquage

Je doet een beetje rodekoolsap bij kleurloos, bruisend mineraalwater.
Je ziet nu een rode kleur.
Leg uit of dit mineraalwater basisch, neutraal of zuur is.

Slide 12 - Question ouverte

Michael wil de pH meten van azijn. Hij gebruikt pH-papier en een roerstaaf.
Sleep in de juiste volgorde hoe hij de volgende handelingen moet doen.

1
2
3
4
5
Breng met een roerstaaf één druppel azijn op een pH-strookje.
Lees op het doosje de pH af.
Scheur een strookje pH-papier af.
Spoel de roerstaaf schoon met water.
Vergelijk de kleur van het pH-strookje met de kleuren op het doosje.

Slide 13 - Question de remorquage

Gabi zegt: “Een suikerkristal is opgebouwd uit suikermoleculen”.
Nico zegt: “Nee, een suikerkristal bestaat uit suikeratomen”.
Wie heeft gelijk?

A
Gabi en Nico hebben beiden gelijk.
B
Gabi heeft gelijk.
C
Geen van beiden heeft gelijk.
D
Nico heeft gelijk.

Slide 14 - Quiz

Leg uit waarom zuurstof een zuivere stof is en lucht niet.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het symbool van koolstof?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het symbool van waterstof?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het symbool van zuurstof?

Slide 18 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool N?

Slide 19 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool Fe?

Slide 20 - Question ouverte

Welke naam hoort bij het symbool Cu?

Slide 21 - Question ouverte

brood
blikje
chipszak
gras
karton
koffiecups
kranten
luiers
melkpak
plastic zak
tijdschriften

Slide 22 - Question de remorquage

Is er sprake van hergebruik of recyclen?
hergebruik
recyclen
Kleding inzamelen voor arme mensen.
Oud papier inzamelen.
Lege oplaadbare batterijen opladen.
Tuinafval composteren.

Slide 23 - Question de remorquage

Geef twee redenen waarom recyclen goed is voor het milieu.

Slide 24 - Question ouverte

Niet al het afval is recyclebaar of opnieuw te gebruiken. Daarom wordt het overige afval verbrand. Schrijf tenminste twee redenen op waarom het goed is voor het milieu dat afval wordt verbrand.

Slide 25 - Question ouverte

Einde van de toets
Je mag iets voor jezelf doen als je de toets hebt ingeleverd. De telefoon laten we in de telefoontas zitten.

Slide 26 - Diapositive