De winst berekenen

De winst berekenen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De winst berekenen

Slide 1 - Diapositive

Als je een bedrijf hebt wil graag winst maken. Je gaat leren hoe jij kan uitrekenen of dat ook echt zo is. 

Slide 2 - Diapositive

Omzet = Wat de klanten jou in totaal betalen. Dit heet ook wel de verkoopopbrengst. Jij hebt bijvoorbeeld voor €3000,- op een dag verkocht, dan is dat jouw omzet van die dag. 

Inkoopwaarde  = Wat jezelf, als ondernemer, voor de producten hebt betaald.  Jij hebt bijvoorbeeld voor €1250 aan bloemen gekocht. Deze heb jij weer verkocht voor €2400. Dan is €1250 jou inkoopwaarde

Bedrijfskosten = Alle andere kosten die een ondernemer maakt, zoals de huur van een pand, de lonen van de medewerkers en de elektriciteit die wordt gebruikt. 


Slide 3 - Diapositive

Geef een voorbeeld van bedrijfskosten

Slide 4 - Question ouverte

Stijn heeft een bloemenwinkel. Als eigenaar van een bedrijf moet Stijn een boekhouding bijhouden. Hij houdt per dag bij voor welk bedrag hij aan bloemen en planten heeft verkocht. Bekijk de afbeelding. Hoeveel omzet heeft Stijn deze week?

Slide 5 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit wat de inkoopwaarde is.

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Stijn heeft deze week een omzet van €3500. De inkoopwaarde is €1500. Wat is zijn Brutowinst?

Slide 9 - Question ouverte

Mag hij deze Brutowinst houden? Waarom wel/niet?

Slide 10 - Question ouverte

Zet in de goede volgorde
1
2
3
4
5
Nettowinst
Bedrijfskosten
Brutowinst
Omzet
Inkoopwaarde

Slide 11 - Question de remorquage

Vraag aan je docent het papier voor bruto en nettowinst berekenen. 

Maak de eerste tabel

Slide 12 - Diapositive

Omzet = €18.000
Inkoopwaarde= €6.000
Bedrijfskosten= €9.000
Wat is de Brutowinst?

Slide 13 - Question ouverte

Omzet = €18.000
Inkoopwaarde= €6.000
Bedrijfskosten= €9.000
Wat is de nettowinst?

Slide 14 - Question ouverte


Bedrijfskosten= €9.000
Nettowinst = €1.500
Wat is de Brutowinst?

Slide 15 - Question ouverte

Omzet = €18.000
Bedrijfskosten= €9.000
Nettowinst = €1.500
Wat is de inkoopwaarde?

Slide 16 - Question ouverte

Maak de 2e tabel op het papier wat je van je docent hebt gekregen 

Slide 17 - Diapositive

De nettowinst is gedaald ondanks een hogere omzet. Geef een reden.

Slide 18 - Question ouverte