Introductie leerjaar 1 KEO/HPO

Introductie leerjaar 1
Nederlands 
Hanneke Trieling
@htrieling@novacollege.nl
Teams Nederlands
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Introductie leerjaar 1
Nederlands 
Hanneke Trieling
@htrieling@novacollege.nl
Teams Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Wie ben je? Typ je naam met daarbij een woord dat iets positiefs zegt over jou bijvoorbeeld sportief, nieuwsgierig etc.

Slide 2 - Question ouverte

Nederlandse les vind ik:
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Voor ik met deze opleiding startte:
Deed ik eindexamen Basis
Zat ik op Kader, maar ben ik niet gediplomeerd
Deed ik een andere mbo-opleiding
Had ik een tussenjaar
Anders
Deed ik eindexamen Kader
Deed ik eindexamen TL
Had ik een baan
Zou ik naar havo 4 gaan

Slide 4 - Sondage

Tekst
Welke onderdelen van het vak Nederlands gaan we examineren op het mbo, denk je?

Slide 5 - Carte mentale

Tekst
Op welk niveau gaan we examineren op het mbo, denk je?

Slide 6 - Carte mentale

Examenonderdelen
- Centraal Examen (lezen, kijken + luisteren)

- Schrijven (Instellingsexamen)

- Spreken en gesprekken voeren (instellingsexamen)

Slide 7 - Diapositive

Belangrijke punten om aan mij door te geven:
- Dyslexie, TOS o.i.d. met verklaring in Magister (slb-er)
- eerder behaald diploma MBO/vmbo 
- bijzonderheden

Slide 8 - Diapositive

Lessen Nederlands
-  methode boek en licentie
- voortgang d.m.v. opdrachten, toetsen en een 0-meting
- huiswerk
- diverse werkvormen tijdens de lessen
-bij de start van iedere les LEZEN (boeken hier op school of zelf meenemen
- examens

Slide 9 - Diapositive

Wat is de titel van het boek wat je als laatste gelezen hebt?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Lien

Even wat vragen en opdrachten om jullie voorkennis op te halen😉
Kies het juist geschreven woord
A
barbacue
B
BBQ
C
barbeque
D
barbecue

Slide 12 - Quiz

Luister goed naar de zin.
Kies het juiste antwoord.
A
geappt
B
ge-appt
C
ge-appd
D
geappd

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Wat was er fout geschreven?
A
bovenop
B
laagsteprijsgarantie
C
oliefolie
D
er was niets fout geschreven

Slide 15 - Quiz

Op welke manier
moet het wel geschreven
worden?
A
beautiecase
B
beautycees
C
beautycase
D
bejoetiekees

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Welk woord was fout geschreven?

Slide 18 - Question ouverte

Even wat vragen en opdrachten om jullie voorkennis op te halen😉
Kies het juist geschreven woord
A
barbacue
B
BBQ
C
barbeque
D
barbecue

Slide 19 - Quiz

Luister goed naar de zin.
Kies het juiste antwoord.
A
geappt
B
ge-appt
C
ge-appd
D
geappd

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Wat was er fout geschreven?
A
geld
B
bezoeker
C
iedere
D
er was niets fout geschreven

Slide 22 - Quiz

Wat moet je schrijven: een apostrof ' of een verbindingsstreepje - ?
mbo en student

Slide 23 - Question ouverte

Wat moet je schrijven: een apostrof ' of een verbindingsstreepje - ?
A4 en tje

Slide 24 - Question ouverte

Wat moet je schrijven: een apostrof ' of een verbindingsstreepje - ?
EHBO en post

Slide 25 - Question ouverte

Wat moet je schrijven: een apostrof ' of een verbindingsstreepje - ?
SLB en er

Slide 26 - Question ouverte

Maak de uitdrukking af:
Iemand als een ...... behandelen.

Slide 27 - Question ouverte

Maak de uitdrukking af:
Van een koude ......... thuiskomen.

Slide 28 - Question ouverte

Maak de uitdrukking af:
Een ......... voor het bloeden.

Slide 29 - Question ouverte

Maak de uitdrukking af:
Hij koos ........ voor zijn geld.

Slide 30 - Question ouverte

Werkwoordspelling
Kies de juiste vorm van het werkwoord of een ander woordsoort.

Slide 31 - Diapositive

Het ...... altijd onverwachts.
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
gebeurt
D
gebuert

Slide 32 - Quiz

Hij heeft zich gisteren ..........
A
aangemeld
B
aangemeldt
C
aangemelt
D
aangemeltd

Slide 33 - Quiz

Het ......... huis is onbewoonbaar.
A
afgebrandde
B
afgubrande
C
afgebrandte
D
afgebrande

Slide 34 - Quiz

Ik ....... dit een lastige vraag.
A
vindt
B
vind
C
vond
D
vondt

Slide 35 - Quiz

Luister naar het woord en schrijf het op.

Slide 36 - Question ouverte

Luister naar het woord en schrijf het op.

Slide 37 - Question ouverte

Luister naar het woord en schrijf het op.

Slide 38 - Question ouverte

Luister naar het woord en schrijf het op.

Slide 39 - Question ouverte

Wel of geen hoofdletter?
Luister goed

Slide 40 - Question ouverte

Wel of geen hoofdletter?
Luister goed

Slide 41 - Question ouverte

Wel of geen hoofdletter?
Luister goed

Slide 42 - Question ouverte

Wel of geen hoofdletter?
Luister goed

Slide 43 - Question ouverte

Zijn er nog opmerkingen of vragen?

Slide 44 - Question ouverte

Slide 45 - Diapositive

Ik zie jullie volgende week weer
Je neemt mee:
je boek
je laptop
een pen

Slide 46 - Diapositive