Introductie BBL jaar 1

Introductie leerjaar 1
Nederlands 
Hanneke Trieling
@htrieling@novacollege.nl
Teams Nederlands
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Introductie leerjaar 1
Nederlands 
Hanneke Trieling
@htrieling@novacollege.nl
Teams Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Wie ben je? Typ je naam met daarbij een woord dat iets positiefs zegt over jou bijvoorbeeld sportief, nieuwsgierig etc.

Slide 2 - Question ouverte

Wat deed je voordat je met deze opleiding startte?

Slide 3 - Question ouverte

Nederlands.......waar ben je goed in?

Slide 4 - Question ouverte

Nederlands.......wat vind je lastig?

Slide 5 - Question ouverte

Tekst
Welke onderdelen van het vak Nederlands gaan we examineren op het mbo, denk je?

Slide 6 - Carte mentale

Tekst
Op welk niveau gaan we examineren op het mbo, denk je?

Slide 7 - Carte mentale

Examenonderdelen
- Centraal Examen (lezen, kijken + luisteren)

- Schrijven (Instellingsexamen)

- Spreken en gesprekken voeren (instellingsexamen)

Slide 8 - Diapositive

Belangrijke punten om aan mij door te geven:
- Dyslexie, TOS o.i.d. met verklaring in Magister (slb-er)
- eerder behaald diploma MBO/Havo 
- bijzonderheden

Slide 9 - Diapositive

Lessen Nederlands
- Leerjaar 1 : methode Nederlands boek en licentie
- voortgang d.m.v. opdrachten, toetsen en een 0-meting
- huiswerk
- diverse werkvormen tijdens de lessen
- dit schooljaar starten met examens
- Leerjaar 2 : examens afronden

Slide 10 - Diapositive

Boek en licentie

Slide 11 - Diapositive

Even wat vragen en opdrachten om jullie voorkennis op te halen😉
Kies het juist geschreven woord
A
barbacue
B
BBQ
C
barbeque
D
barbecue

Slide 12 - Quiz

Luister goed naar de zin.
Kies het juiste antwoord.
A
geappt
B
ge-appt
C
ge-appd
D
geappd

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Wat was er fout geschreven?
A
geld
B
bezoeker
C
iedere
D
er was niets fout geschreven

Slide 15 - Quiz

Op welke manier
moet het wel geschreven
worden?
A
beautiecase
B
beautycees
C
beautycase
D
bejoetiekees

Slide 16 - Quiz

Wat moet je schrijven: een apostrof ' of een verbindingsstreepje - ?
mbo en student

Slide 17 - Question ouverte

Wat moet je schrijven: een apostrof ' of een verbindingsstreepje - ?
A4 en tje

Slide 18 - Question ouverte

Wat moet je schrijven: een apostrof ' of een verbindingsstreepje - ?
EHBO en post

Slide 19 - Question ouverte

Wat moet je schrijven: een apostrof ' of een verbindingsstreepje - ?
SLB en er

Slide 20 - Question ouverte

Maak de uitdrukking af:
Iemand als een ...... behandelen.

Slide 21 - Question ouverte

Maak de uitdrukking af:
Van een koude ......... thuiskomen.

Slide 22 - Question ouverte

Maak de uitdrukking af:
Een ......... voor het bloeden.

Slide 23 - Question ouverte

Maak de uitdrukking af:
Hij koos ........ voor zijn geld.

Slide 24 - Question ouverte

Werkwoordspelling
Kies de juiste vorm van het werkwoord of een ander woordsoort.

Slide 25 - Diapositive

Het ...... altijd onverwachts.
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
gebeurt
D
gebuert

Slide 26 - Quiz

Hij heeft zich gisteren ..........
A
aangemeld
B
aangemeldt
C
aangemelt
D
aangemeltd

Slide 27 - Quiz

Het ......... huis is onbewoonbaar.
A
afgebrandde
B
afgubrande
C
afgebrandte
D
afgebrande

Slide 28 - Quiz

Ik ....... dit een lastige vraag.
A
vindt
B
vind
C
vond
D
vondt

Slide 29 - Quiz

Luister naar het woord en schrijf het op.

Slide 30 - Question ouverte

Luister naar het woord en schrijf het op.

Slide 31 - Question ouverte

Luister naar het woord en schrijf het op.

Slide 32 - Question ouverte

Luister naar het woord en schrijf het op.

Slide 33 - Question ouverte

Wel of geen hoofdletter?
Luister goed

Slide 34 - Question ouverte

Wel of geen hoofdletter?
Luister goed

Slide 35 - Question ouverte

Wel of geen hoofdletter?
Luister goed

Slide 36 - Question ouverte

Wel of geen hoofdletter?
Luister goed

Slide 37 - Question ouverte

Binnen de taal- en spraakontwikkeling is de woordenschat een belangrijk onderdeel.
Hoeveel woorden kent een kind van 2 jaar denk je?

Slide 38 - Question ouverte


Hoeveel woorden kent een kind van 6 jaar denk je?

Slide 39 - Question ouverte

Zijn er nog opmerkingen of vragen?

Slide 40 - Question ouverte

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Ik zie jullie volgende week weer
Je neemt mee:
je boek
je laptop
een pen

Slide 43 - Diapositive