Blok 6 Over taal Leerjaar 1 BBL/KBL/TL

Blok 6 Over taal
leerjaar 1
BBL/KBL/TL


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Blok 6 Over taal
leerjaar 1
BBL/KBL/TL


Slide 1 - Diapositive

startopdracht
Zoek op/ schrijf op wat een pictogram is!

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen:
Instructie in twee groepen (BBL,KBL - TL)
Zelfstandig werken

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
  • Ik ken  en begrijp de betekenis van verschillende schooltaalwoorden en verschillende moeilijke woorden
BBL en KBL: Ik weet wat pictogrammen zijn, ik kan de betekenis van afkortingen opzoeken, ik kan van een werkwoord een zelfstandig naamwoorden maken en ik kan woorden indelen in categorieën.
TL: 


Slide 5 - Diapositive

Als je een verhaal leest en een woord niet kent, wat kun je dan doen?

Slide 6 - Question ouverte

Maak een samenstelling met het woord tafel
Dus tafel+ ....... =tafel.......

Slide 7 - Question ouverte

Voor zijn verjaardag heeft Rick een hondje gevraagd.
Waar verwijst zijn naar?

Slide 8 - Question ouverte

Aan de slag:
BBL: online Blok 5 Over taal opdracht 23 en 24 maken
KBL: Online Blok 5 Over taal opdracht 23 t/m 27 maken

TL: Instructie

Slide 9 - Diapositive

Grondvorm
De grondvorm is de basis van een woord, dus zonder letter(s) ervoor of erachter.
-Alle werkwoorden hebben een grondvorm, deze vorm eindigt meestal op –n of –en.  (Infinitief)
-ZNW altijd het enkelvoud en
-geen verkleinwoorden.

Slide 10 - Diapositive

Wat is de grondvorm van het woord "imiteert"?
A
imiteren
B
imiteer

Slide 11 - Quiz

Wat is de grondvorm van geprofiteerd
A
profiteer
B
profiteert
C
profiteren
D
profiterend

Slide 12 - Quiz

Wat is de grondvorm van
kaarsen?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de grondvorm van
dure?

Slide 14 - Question ouverte

Woordraadstrategieën
Samengesteld woord
Inkoopmedewerker (inkoop - medewerker)
Voorvoegsel
Ongezond (voorvoegsel: -on)
Achtervoegsel
Waardeloos (achtervoegsel: -loos)

Slide 15 - Diapositive

Wat is het achtervoegsel van: beestachtig

Slide 16 - Question ouverte

Wat is een woord met een achtervoegsel?
A
fietstocht
B
smaakvol

Slide 17 - Quiz

Soms hebben woorden een voor- en achtervoegsel. Welk voor- en achtervoegsel heeft HERLEESBAAR?

Slide 18 - Question ouverte

Aan de slag:
BBL: Instructie
KBL: Online Blok 5 Over taal opdracht 23 t/m 27 maken
TL:  Online blok 5 Over taal opdracht 27 t/m 34 

Slide 19 - Diapositive

Samenstelling
Twee woorden die je samenvoegt noem je een samenstelling
Laptop & tas = laptoptas
vruchten & taart = vruchtentaart

Slide 20 - Diapositive

Opdracht

Maak met één woord uit lijst 1 en één woord uit lijst 2 zoveel mogelijk woorden.

Voorbeeld:
gras + veld= grasveld


Lijst 1:
reken-gras-wind-fiets-grond-modder-politie-groente

lijst 2: 
boer-stof-agent-les-stroom-veld-pad-energie

Slide 21 - Diapositive

Pak je boek
BLz 204

Woordenboek: de-woorden en het-woorden

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag en huiswerk:
BBL:  online Blok 5 Over taal opdracht 23, 24, 26 t/m 29 maken
KBL: Online Blok 5 Over taal opdracht 23 t/m 27 maken
TL:  Online blok 5 Over taal opdracht 27 t/m 34 

Slide 23 - Diapositive