DPS - Politiedag - Signalementen

1 / 21
suivant
Slide 1: Vidéo
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Lesdoelen
  • je weet wat het woord signalement betekent
  • je kunt de primaire kenmerken benoemen
  • je kunt de secundaire kenmerken benoemen
  • je weet uit welke 3 delen een signalement bestaat

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Primaire kenmerken
  • Geslacht
  • Postuur
  • Raciale kenmerken
  • Lengte
  • Leeftijd

Slide 4 - Diapositive

Secundaire kenmerken
  • Op het hoofd : petten, hoeden, hoofdoeken etc
  • Aan het hoofd : bril, baard, snor, oorbellen
  • Boven de taille : t-shirt, trui, jas, )
  • Taille : geen riem zichtbaar of juist wel,
  • Onder de taille : broek, rok,
  • Voeten : sokken, schoeisel, blote voeten

Slide 5 - Diapositive

Bijzondere opvallende kenmerken
  • Tatoeages en littekens
  •  Hoe iemand praat of beweegt
  •  Opvallend gedrag
  •  Wat had de persoon bij zich?
  •  In welke hand of op de rug (rugzak) 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Signalement voertuigen/vaartuigen/vliegtuigen:
  • S = Soort voertuig : vrachtwagen/brommer/scooter
  • M = Merk : Mercedes/Yamaha/DAF/Audi/Volkswagen
  • T = Type : 300SEL/PX50/A8
  • K = Kleur : Zwart met zwarte velgen/wit/rood
  • K = Kenteken : BH-40-DD
  • B = Bijzonderheden: trekhaak, reclame op auto enz.

Slide 9 - Diapositive

Bekijk de video 'de politie geeft een signalement'

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo



Wat is een voorbeeld van een besloten object?
A
een woonzorgcentrum
B
een gemeentehuis
C
een rechtbank
D
een bibliotheek

Slide 12 - Quiz


Wat hoort bij selectieve waarneming?
Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.

A
je neemt alles om je heen waar
B
je waarneming is onvolledig
C
je waarneming wordt beïnvloed door dingen van buitenaf
D
je waarneming wordt nergens door beïnvloed

Slide 13 - Quiz



Wat is een voorbeeld van een objectieve observatie?
A
Mevrouw eet slecht, ze is vast moe
B
Meneer is chagerijnig, ik denk dat hij pijn heeft
C
Job huilt, hij is vast verdrietig omdat zijn verkering uit is
D
Fiona heeft tussen de middag 2 boterhammen met kaas gegeten

Slide 14 - Quiz



Wat voor soort beveiliger zie je op de afbeelding?
A
mobiel surveillant
B
geld- en waardetransporteur
C
persoonsbeveiliger
D
evenementbeveiliger

Slide 15 - Quiz



Wat is observeren?
A
Aanspreken
B
rondkijken
C
extra in de gaten houden
D
aanhouden

Slide 16 - Quiz




Richard is beveiliger en rijdt surveillance. Hij is bij bedrijf Zwarthoed aangekomen. Hoe wordt zijn waarneming beïnvloed, in onderstaande zin?
Hij ziet een persoon lopen, maar het terrein is daar onverlicht.
A
beïnvloed door vooroordelen
B
beïnvloed door afstand
C
beïnvloed door boosheid
D
beïnvloed door duisternis

Slide 17 - Quiz

Opdracht: 
Vind de verdachten!
  • In tweetallen gaan jullie op zoek naar de verdachten die 
    passen bij de signalementen 
  • Jullie krijgen 20 minuten de tijd om zoveel mogelijk ver-
    dachten te vinden. Schrijf de naam van deze persoon op. 
  • Je mag wel door ramen van lokalen of werkruimtes 
    kijken, maar mensen niet storen als dit niet gewenst is
timer
20:00

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel verdachten hebben jullie gevonden?
Zouden deze ook kloppen?
1
2
3
4
5

Slide 19 - Diapositive

Minderjarigen 
en Politie
Bekijk het filmpje
en beantwoord
de vragen op je blad! 

Slide 20 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
  • je weet wat het woord signalement betekent
  • je kunt de primaire kenmerken benoemen
  • je kunt de secundaire kenmerken benoemen
  • je weet uit welke 3 delen een signalement bestaat

Slide 21 - Diapositive