Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Diabetes Verdieping:
Verdieping diabetes
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verdieping diabetes
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
1. Het verschil tussen diabetes type 1 en type 2 uitleggen.
2. Het ontstaan van een diabetische keto-acidose beschrijven. 3. Verschillende behandelmethoden identificeren.
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je al over diabetes type 1 en type 2?
Slide 3 - Carte mentale
Glucose- en glucoseregulatie
Glucose moet in voldoende hoeveelheid in je bloed zitten.
Wie kan me uitleggen waarom dat zo is?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wanneer er te veel glucose in het bloed zit spreek je van een:
A
Hypoglycaemie
B
Hypercalciëmie
C
Hyperglycaemie
D
Hyperinsuliniëmie
Slide 6 - Quiz
Glucoseregulatie door insuline
Insuline zorgt voor verlaging van glucose in het bloed:
Kan in cellen opgenomen worden om te dienen als brandstof
Wordt in de lever en spieren omgezet en opgeslagen als glycogeen.
Stimuleert opname van glucose in andere lichaamscellen
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Waar wordt glucagon gemaakt?
A
In de bijnier
B
In de alvleesklier
C
In de lever
D
In de pijnappelklier
Slide 9 - Quiz
Waar wordt adrenaline gemaakt?
A
In de hypofyse
B
In de alvleesklier
C
In de bijnier
D
In het centrum van Broca
Slide 10 - Quiz
Waar wordt cortisol gemaakt?
A
In de bijnieren
B
In de lever
C
In de milt
D
In de Papil van Vater
Slide 11 - Quiz
Glucagon, adrenaline en cortisol
Glucagon en adrenaline:
Zorgen voor omzetting van glycogeen in glucose
Cortisol:
Zorgt voor de aanmaak van nieuwe glucose
Slide 12 - Diapositive
Wat is de normaalwaarde van bloedglucose?
A
2,5 - 10
B
3,5 - 6,0
C
3,5 - 8,0
D
4,5 - 8,0
Slide 13 - Quiz
Waar wordt insuline geproduceerd?
A
In de eilandjes van Langerhans
B
In de substantia nigra
C
In het cor
D
Bij de hemorroïden
Slide 14 - Quiz
Wat is de behandeling van een hypoglycaemie
A
Toedienen van insuline
B
Het laten drinken van veel water
C
Toedienen van lange suikers
D
Toedienen van korte en lange suikers
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Diabetes Type 1
Auto-immuunziekte waarbij het lichaam geen/te weinig insuline produceert.
Vaak ontdekt bij jongeren.
Oorzaak is dat de bètacellen van de alvleesklier niet goed werken. Mogelijk door erfelijkheid, te schoon leven, virussen, koemelk of sommige eiwitten.
Behandeling: insuline-injecties.
Slide 18 - Diapositive
Diabetes Type 2
Metabole aandoening met insulineresistentie. Komt vaak voor bij volwassenen.
Cellen in het lichaam reageren minder goed op insuline.
Behandeling: dieet, medicatie, soms insuline.
Mogelijk door: erfelijkheid, afkomst, ouderdom, overgewicht, ontsteking alvleesklier, zwangerschapsdiabetes, medicijngebruik, ongezonde leefstijl.
Slide 19 - Diapositive
Verschillen Type 1 en Type 2
Type 1: geen insulineproductie.
Type 2: insulineresistentie.
Slide 20 - Diapositive
Diabetische Keto-acidose
Ernstige complicatie bij insulinetekort.
Symptomen: misselijkheid, ademnood.
Onmiddellijke medische interventie vereist.
Slide 21 - Diapositive
Diabetische keto-acidose
Cellen hebben hun glucose nodig om hun werk te kunnen doen.
Wanneer er geen glucose is om te verbranden, gaat het lichaam op zoek naar andere verbrandingsbron.
Lichaam verbrand dan vet, wat ketonen als afvalstof oplevert.
Ketonen zijn zuur, en maken het lichaam steeds zuurder
Slide 22 - Diapositive
Symptomen keto-acidose
Dorst en veel plassen
Hoofdpijn en moeheid/slaperigheid
Droge tong en huid
Buikpijn en spierpijn
Misselijkheid en/of braken
Snelle ademhaling en zoetruikende adem (acetongeur). Wordt alleen opgemerkt door de anderen.
Uitdroging van het lichaam
Verwijde pupillen en wazig zien
Slide 23 - Diapositive
Behandeling keto-acidose
Behandeling keto-acidose is toedienen van vocht en insuline.
Voordat je insuline toedient is het goed om het kaliumgehalte te bepalen; dit kan afwijkend zijn.
Slide 24 - Diapositive
DMI
DMII
Auto-immuun
Vaak door ouderdom
Mogelijkheid acidose
Behandeling met insuline
Behandeling met tabletten of insuline
Slide 25 - Question de remorquage
Wat doe je als niet duidelijk is of iemand een hypo- of een hyperglycaemie heeft?
A
Niks, je wacht tot het duidelijk wordt
B
Je geeft insuline
C
Je geeft suikers
D
Je geeft zowel insuline als suikers
Slide 26 - Quiz
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 27 - Question ouverte
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 28 - Question ouverte
Deze les vond ik...
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 29 - Sondage
Slide 30 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Keto-acidose
Mars 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 4
AFP diabetes
Mars 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Quiz diabetes VP
il y a 12 jours
- Leçon avec
19 diapositives
AZK
MBO
Studiejaar 1
Diabetes 0T
Novembre 2022
- Leçon avec
45 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Herhaling Diabetes
Avril 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Pathologie
Beroepsopleiding
Diabetes Mellitus
Octobre 2021
- Leçon avec
39 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Les 4: inleiding diabetes
Octobre 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1,2
Infuus les 2
Mars 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Skills
MBO
Studiejaar 3,4