HV 3.3 Les 2 De Verlichting

3.3 De Verlichting Les 2
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.3 De Verlichting Les 2

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Kort herhalen vorige les: Wat is de Verlichting?
  • De drie belangrijkste Verlichtingsdenkers en hun invloed op de Revolutie en het heden.

Slide 2 - Diapositive


Alles ter discussie stellen
A
Traditionele manier van denken
B
Verlichte manier van denken

Slide 3 - Quiz


Vertrouwen op traditie
A
Traditionele manier van denken
B
Verlichte manier van denken

Slide 4 - Quiz


Wetenschappelijke kennis staat centraal
A
Traditionele manier van denken
B
Verlichte manier van denken

Slide 5 - Quiz


Vertrouwen op eigen verstand
A
Traditionele manier van denken
B
Verlichte manier van denken

Slide 6 - Quiz


Geloof staat centraal
A
Traditionele manier van denken
B
Verlichte manier van denken

Slide 7 - Quiz


Koning en kerk gehoorzamen
A
Traditionele manier van denken
B
Verlichte manier van denken

Slide 8 - Quiz


Logica gebruiken bij het nadenken over vragen en problemen
A
Traditionele manier van denken
B
Verlichte manier van denken

Slide 9 - Quiz

Welke verklaringen zijn juist? De Verlichting kwam voort uit de wetenschappelijke revolutie, omdat:
Door de wetenschappelijke revolutie het vertrouwen in het eigen verstand groeide.
Mensen daardoor niet meer in God geloofden.
Mensen voortaan minder vertrouwden op verklaringen van de kerk.
Wetenschappelijke kennis onder een groot deel van de mensen verspreid raakte.

Slide 10 - Question de remorquage

De Verlichting
Een wetenschappelijk-filosofische stroming die over alles nadacht in het leven, o.a. geloof en politiek, maar ook de natuur en wetenschap. Logisch nadenken en het gebruik van het verstand stond hierin voorop.

Slide 11 - Diapositive

De drie grootste Verlichters
  • De belangrijkste Verlichtingsideeën over politiek zijn gevormd door drie filosofen. 
  • Samen hebben zij de basis gelegd van de ideeën die de Franse Revolutie zouden veroorzaken.
  • Hun toen revolutionaire ideeën zijn nu zo normaal dat we ze vanzelfsprekend vinden in onze samenleving

Slide 12 - Diapositive

Locke - Tabula rasa
  • John Locke vond dat alle mensen als gelijken worden geboren.
  • Zij zijn een Tabula rasa - een 'onbeschreven blad'.
  • Mensen konden zélf dat blad invullen en hun leven vormen.
  • Iedereen had volgens Locke  dezelfde drie grondrechten: Vrijheid, Leven en Bezit
  • De koning moest deze rechten beschermen.

Slide 13 - Diapositive

Aan welk onderdelen uit de Franse samenleving van voor de revolutie zou Locke de grootste hekel hebben?

Slide 14 - Question ouverte

Rousseau - democratie
Rousseau:
  • De wil van het volk moet leidend zijn in het bestuur van een land.
  • Een koning volgt alleen zijn eigen wil en nooit die van de mensen.
  • Het absolutisme moet daarom plaatsmaken voor democratie.

Slide 15 - Diapositive

Napoleon, toen hij Rousseaus graf bezocht:
"Het zou beter zijn geweest voor de vrede van Frankrijk, als deze man nooit had bestaan. Hij is het die de Franse Revolutie voorbereidde." Wat zou hij daarmee hebben bedoeld?

Slide 16 - Question ouverte

Wist Rousseau dat zijn woorden tot duizenden doden zouden leiden in de Franse Revolutie en daarna?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Montesquieu - 
Trias Politica
  • Iemand met de absolute macht zal deze macht altijd misbruiken.
  • Om dit machtsmisbruik te voorkomen moeten we de absolute macht scheiden.
  • De macht wordt verdeeld over drie verschillende groepen.
  • Dit noemde hij de Trias Politica, of: scheiding van de machten

Slide 18 - Diapositive

Montesquieu -
Trias Politica
  1. De wetgevende macht: ontwerpt wetten.
  2. De uitvoerende macht: zorgt dat deze wetten worden uitgevoerd.
  3. De rechterlijke macht: straffen de mensen die de wetten breken.
  • Deze machten mogen elkaar absoluut niet beïnvloeden!

Slide 19 - Diapositive

In 1791 werd de eerste Franse Grondwet aangenomen. De koning had nu niet meer de absolute macht. Welke macht had hij nog wel?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechterlijke macht

Slide 20 - Quiz

De Verlichtingsideeën in onze samenleving
De ideeën van deze Verlichtingsdenkers zijn voor ons zo vanzelfsprekend dat ze niet eens opvallen. Waar kunnen we die ideeën in terugzien?

Slide 21 - Diapositive

Waar kunnen we Locke's idee over 'het onbeschreven blad' en dat iedereen gelijk geboren wordt nu nog zien?

Slide 22 - Question ouverte

Locke: Iedereen is gelijk

Slide 23 - Diapositive

Waar kunnen we Rousseaus idee over macht van het volk nu nog zien?

Slide 24 - Question ouverte

Rousseau: het volk kiest zijn eigen bestuur. Democratie!

Slide 25 - Diapositive

Hoe zien we Montesquieu's idee over de scheiding van de machten terug in Nederland?

Slide 26 - Question ouverte

Montesquieu: de drie machten zijn gescheiden

Slide 27 - Diapositive

Montesquieu: de drie machten zijn gescheiden... Toch?

Slide 28 - Diapositive

Aan de slag:
Maak online van paragraaf 3.3 de volgende opdrachten:
3, 5, 8, 10, 11

Slide 29 - Diapositive