Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 15 : Herhaling grammaire + Écire + droomhuis (2A, 14 november)
1 / 43
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
Cette leçon contient
43 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
timer
1:00
Slide 2 - Diapositive
Ik heb mijn kennis van de grammatica weer opgefrist.
Ik kan beschrijven hoe mijn kamer eruit ziet.
Slide 3 - Diapositive
1. Vocabulaire
2. Écrire
4. 'Ma maison de rêve'
Slide 4 - Diapositive
Vocabulaire
Partie 1:
10 min apprendre 4 & 6 & 8 leren
ZS
Partie 2:
Dictee 2.0
timer
10:00
Slide 5 - Diapositive
1. = 5 minutes
A: loopt heen en weer naar de woordenlijst en vertelt het woord aan B (niet roepen)
B: schrijft de Franse woorden goed op.
2.
=
3 minutes
Je schrijft samen de vertaling achter de woorden.
Wie heeft de meeste woorden goed?
Vocabulaire
timer
5:00
Slide 6 - Diapositive
VORM
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
grand
grand
e
meervoud
grand
s
grand
es
Slide 7 - Diapositive
Het bijvoeglijk naamwoord (BN)
UITZONDERING:
-e
(V)
Als het
BN
eindigt op -e, geen extra e
bv: une chose roug
e
-s,
(M)
en
MV
Als het
BN
eindigt op -s,
geen extra s
bv: un livre françai
s
/ deux livres françai
s
Slide 8 - Diapositive
Bijvoeglijk naamwoord
3-stappenplan:
kijk naar het zelfstandig naamwoord
1. is het mannelijk of vrouwelijk ?
2. is het enkelvoud of meervoud ?
3. eindigt het woord al op een -e of -s ?
I
Slide 9 - Diapositive
Geef 2 voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden in het Frans.
Slide 10 - Carte mentale
Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord
Slide 11 - Quiz
Hoe vervoeg je de bijvoeglijk naamwoorden:
bijvoeglijk naamwoord + es
bijvoeglijk naamwoord + e
bijvoeglijk naamwoord + s
mannelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud
Slide 12 - Question de remorquage
Herhaling
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands
Slide 13 - Question de remorquage
La voiture est .........
A
grandes
B
grands
C
grande
D
grand
Slide 14 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
les chats sont gris
B
les chats sont grises
Slide 15 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Le lit est grand.
B
Le lit est grande.
Slide 16 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
Les filles sont petit.
B
Les filles sont petite.
C
Les filles sont petits.
D
Les filles sont petites.
Slide 17 - Quiz
Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
La fleur est vert.
B
La fleur est verte.
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord: bleu?
A
Elle porte une robe bleue.
B
Elle porte une robe bleus.
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
ALLER (=gaan)
Slide 21 - Diapositive
ALLER
Je vais Ik ga
Tu vas Jij gaat
Il/elle/on va Hij/zij/men gaat
Nous allons Wij gaan
Vous allez Jullie gaan / U gaat
Ils/elles vont Zij gaan
Slide 22 - Diapositive
Schrijf eens op wat het werkwoord ALLER betekent
Slide 23 - Question ouverte
Ik ga
A
je vais
B
tu vas
C
vous allez
D
ils vont
Slide 24 - Quiz
Wij gaan
A
tu vas
B
elle va
C
nous allons
D
ils vont
Slide 25 - Quiz
Vul de passende vorm in bij:
Zij gaan
A
vous allez
B
tu vas
C
nous allons
D
ils vont
Slide 26 - Quiz
Mes copains (mijn vrienden) gaan
A
va
B
allez
C
allons
D
vont
Slide 27 - Quiz
1. Je komt rustig binnen; telefoon in de tas
2. Je pakt je spullen
3. Je wacht tot de les begint.
AFSPRAKEN
Slide 28 - Diapositive
Stappenplan:
1. 1e waarschuwing
2. Ik benoem: ik zie dat ..... en dat vind ik ....... = je naam op het bord
3. Je krijgt een andere plek + kruisje achter je naam
4. je wordt verwijderd uit de les
AFSPRAKEN
Slide 29 - Diapositive
Nakijken:
exercice 27, 28, 29
Ik loop langs voor feedback/vragen.
Wat kan je gebruiken voor je poster?
Slide 30 - Diapositive
Ma maison de rêve
Vandaag is tekening en plattegrond af.
Je maakt een start met stap 2.
Maak eerst een mindmap!
TIP:
gebruik apprendre 1 t/m 9 van Unité 4, de ‘handige zinnen’ van exercice 21 en de posts van David en Lucie (page 33) als voorbeeld.
Slide 31 - Diapositive
Les devoirs (18 novembre)
Alles herhalen voor van Unité 4.
Zie Magister voor leerstof.
Proefwerk: 21 november
Slide 32 - Diapositive
> Ga naar page 12
> Lees de vragen bij exercice 1
Slide 33 - Diapositive
Quoi (wat)?
exercice 6, page 16
Comment (hoe)?
tout seul (=alleen)
Durée (hoe lang)?
15 minuten
--> eerste 5 minuten in
ZS !
Fini (klaar)?
keuze 1: woordjes leren --> page 35
keuze 2: extra lezen
--> page 38 1-ster opdracht
timer
15:00
Slide 34 - Diapositive
J'aime .....
> On va faire les exercices en en classe.
> Schrijf je antwoorden op je blad.
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
week 4 klas a2a
Février 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2 havo, ch 2 A ex 13 + vorm bijv nw
Octobre 2023
- Leçon avec
11 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 8 U3
Mars 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 3, D grammaire (Ch.2) 2havo
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Bijvoeglijk naamwoord - eerste online les 3ha1 officieel
Mai 2020
- Leçon avec
21 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
§ 5.5: Bijvoeglijk Naamwoord
Mai 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Révision
Août 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
B1c-mercredi 9 février 2022
Février 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1