BS4: Translatie en eiwitsynthese

Thema 4: DNA
Basisstof 4:
Translatie en eiwitsynthese
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 4: DNA
Basisstof 4:
Translatie en eiwitsynthese

Slide 1 - Diapositive

Eerst:

Herhalen


Omschrijf de stappen die je ziet in de afbeelding. 

Slide 2 - Diapositive

BS4: Translatie en eiwitsynthese
Deel 1 - Translatie
Volgende les herhaling transcriptie, translatie en toevoeging van eiwitten

Slide 3 - Diapositive

Welk stuk RNA moet er bij de transcriptie van dit DNA gemaakt worden?
Kies de juiste. 
C
C
A
T
G
C
C
A
U
G
G
G
T
A
C
G
G
U
A
C

Slide 4 - Question de remorquage

Transcriptie vindt plaats langs welke DNA streng?
A
coderende streng
B
template streng

Slide 5 - Quiz

Met welk enzym begint transcriptie?
A
RNA polymerase
B
transcriptiefactoren
C
spliceosomen
D
DNA polymerase

Slide 6 - Quiz

Hoe noemen we de niet coderende stukken in DNA?
A
introns
B
exons

Slide 7 - Quiz

Aan welke kant van het DNA molecuul bevindt zich het 5' uiteinde?
A
Bij B en D
B
Bij A en D
C
Bij A en C
D
Bij C en D

Slide 8 - Quiz

DNA synthese vindt plaats van de 5' kant naar de 3' kant. 
De C'atomen van het suikeratoom bepaalt of het een 3' of 5' is.
(5' is het 5e C-atoom uiteinde, 3' is het 3e C-atoom uiteinde)

Slide 9 - Diapositive

Transcriptie is het proces waarbij ... wordt omgezet in ...
A
DNA -> mRNA
B
mRNA -> eiwit
C
pre-mRNA -> mRNA
D
eiwit -> mRNA

Slide 10 - Quiz

transcriptie & translatie

Slide 11 - Diapositive

Enkele feiten

  • In mRNA zijn 4 verschillende stikstofbasen (A, U, C, G)
  • Voor één aminozuur worden drie opeenvolgende nucleotiden gebruikt (triplet of codon)
  • Genetische code: de vertaling van nucleotidenvolgorde naar aminozuren met behulp van codons
  • mRNA wordt afgelezen van 5'- naar 3'-uiteinde
  • Elk eiwit start met het startcodon methionine, op mRNA AUG 5' naar 3'. 
  • De codes UAA, UAG en UGA zijn stopcodons

Slide 12 - Diapositive

Codon en drielettercodes
  • Codon  = triplet (3 basen bijv. ATT)
  • De synthese van een aminozuurketen begint altijd bij het ''start'' codon en stopt bij het ''stop'' codon.
  • Start codon is altijd AUG, er zijn meerdere stopcodonnen. Zoek eens een code op van een stop codon.


BINAS Tabel 71G

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

tRNA
  • Enkelstrengs RNA-molecuul
  • CCA aan 3'-uiteinde kan aminozuur binden
  • Drie nucleotiden (onderin) vormen anticodon, binden aan codon mRNA

Slide 15 - Diapositive

tRNA
Bijvoorbeeld:
  • codon voor Serine = AGC, 
  • worden gelezen door tRNA met anticodon UCG 

Slide 16 - Diapositive

tRNA-molecuul

Slide 17 - Diapositive

Ribosoom
  • twee delen
  • drie tRNA-bindingsplaatsen
  • mRNA-bindingsplaats
  • mRNA afgelezen van 5' naar 3'

A = Arrival
P = Placement
E = Exit

Slide 18 - Diapositive

DNA-replicatie en transcriptie altijd van 3' 
naar 5'- kant aflezen,

Translatie is van 5' naar 3-kant aflezen!!

Slide 19 - Diapositive

Ribosomen

Slide 20 - Diapositive

Ribosoom

Slide 21 - Diapositive

Snel, veel eiwitten maken

Polyribosomen: clusters van ribosomen

Release-factor: bindt aan stopcodon in mRNA = loslaten aminozuurketen + ribosoom valt uiteen

Slide 22 - Diapositive

Polyribosoom
  • meerdere ribosomen binden hetzelfde mRNA
  • ribosoom klaar met translatie bij stopcodon, bindt direct weer bij startcodon
  • releasefactor zorgt dat aminozuurketen loslaat

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag
- Maak de opdrachten van basisstof 4 opdr 22 t/m 27
- Werk de opdrachten van basisstof 1 t/m 3 bij
- Maak een (digitale of op papier) overzichtstekening van transcriptie en translatie (geef hierin ook aan waar het in de cel plaatsvindt)


Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien