Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Formuleren H4 1hv verwijswoorden
Formuleren H4
Je leert:
Verwijzen naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.
1 / 13
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
13 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Formuleren H4
Je leert:
Verwijzen naar mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.
Slide 1 - Diapositive
geslacht
mannelijk > de de man, de hond, de kano
vrouwelijk > de de vrouw, de regering, de bibliotheek
onzijdig > het het boek, het bedrijf, het festival
meervoud > de de mannen, de bedrijven, de festivals
Slide 2 - Diapositive
vrouwelijke woorden
eindigen vaak op:
-theek de bibliotheek (v)
-ing de regering (v)
-heid de waarheid (v)
-teit de kwaliteit (v)
Slide 3 - Diapositive
voorbeeldzinnen (v)
De regering
heeft
haar
burgers opgeroepen te gaan stemmen.
De kwaliteit
van
haar
stoffen blijft onveranderd hoog.
Slide 4 - Diapositive
voorbeeldzinnen (m)
De kano
sloeg om,
hij
zonk naar de bodem.
De regel
en
zijn
vele uitzonderingen maakte het onduidelijk.
Slide 5 - Diapositive
geslacht + verwijswoorden
geslacht verwijswoorden
mannelijk (de): hij, hem, zijn deze, die
vrouwelijk (de): zij, ze, haar deze, die
onzijdig (het): het, zijn dit, dat
meervoud: (de) zij, ze, hen, hun deze, die
Slide 6 - Diapositive
De speler ... scoorde, won de wedstrijd
Speler is mannelijk(de), vrouwelijk(de) of onzijdig(het)?
A
onzijdig
B
mannelijk
C
vrouwelijk
Slide 7 - Quiz
De speler ... scoorde won de wedstrijd.
Klik het goed verwijswoord aan.
A
dat
B
dit
C
deze
D
die
Slide 8 - Quiz
Dit product is zo gewild, dat het/hij/ze voorlopig niet te bestellen is.
Wat is het goede verwijswoord?
A
het
B
hij
C
ze
D
het, hij, ze
Slide 9 - Quiz
Deze regering heeft haar/zijn/hun corona-beleid aangepast.
Wat is het juiste verwijswoord?
A
zijn
B
hun
C
haar
D
haar, zijn, hun
Slide 10 - Quiz
even herhalen ...
mannelijk (de): hij, hem, zijn deze, die
vrouwelijk (de): zij, ze, haar deze, die
onzijdig (het)
: het, zijn
dit, dat
meervoud: (de) zij, ze, hen, hun deze, die
Slide 11 - Diapositive
voorbeeldzinnen
Ik zag
de dans (m)
en wilde
hem
meteen leren.
De
regering (v)
stelde
haar
onderdanen gerust.
Het bedrijf (o)
heeft
zijn
nieuwe vestiging geopend.
De gasten (mv)
hebben
hun
drinken gekregen.
Slide 12 - Diapositive
Aan de slag!
Maak nu opdr. 2 t/m 4 van blz. 122 (formuleren H4).
Slide 13 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Formuleren H4 1hv verwijswoorden
Mars 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H4 verwijswoorden
Octobre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H4 1hv verwijswoorden
Juin 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Formuleren H4 1hv verwijswoorden
Mars 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Wikiwijs 3.1.1. 1hv verwijswoorden
Mars 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhalen voor toets H3 + H4 (3)
Avril 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhalen H3 + H4 (3)
Avril 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1hv - spelling en formuleren
Mars 2022
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1