Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen?
Huiswerk?
8.3
Slide 1 - Diapositive
lesdoel
Je kan de verschillende theorieën over de oorzaken van criminaliteit uitleggen en toepassen.
Je kan de verschillen tussen materiele en immateriële schade als gevolg van criminaliteit uitleggen.
Slide 2 - Diapositive
Gelegenheidstheorie en rationele keuze theorie
microniveau
Rationele keuzetheorie = een kosten-batenafweging maken voor gedrag. Wat levert het mij op, en wat kost het mij?
Gelegenheidstheorie = kosten-batenafweging plus de omstandigheden van de dader.
Slide 3 - Diapositive
Gelegenheidstheorie
Het niveau van de criminaliteit wordt bepaald door de aanwezigheid van potentiële daders, de aanwezigheid van geschikte doelwitten en de afwezigheid van voldoende sociale bewaking.
Slide 4 - Diapositive
Bindingstheorie en differentiële associatietheorie
Bindingstheorie (Hirschi) = sterke verbinding met een (sociale) groep remt de neiging tot crimineel gedrag. De remming wordt verklaard door de kans op verlies van de bindingen.
Differentiële associatietheorie (Sutherland) = crimineel gedrag wordt aangeleerd in contact met mensen uit het eigen milieu. Bijvoorbeeld: wittenboordencriminaliteit
Micro en meso
Slide 5 - Diapositive
0
Slide 6 - Vidéo
Anomietheorie
Micro- en macroniveau
Anomietheorie (Merton) = criminaliteit kan worden beïnvloedt door omgevingsfactoren (nurture). De sociale druk om algemeen aanvaarde doelen te bereiken leidt ertoe dat mensen de wetten kunnen gaan overtreden.
Slide 7 - Diapositive
Etiketteringstheorie
Mesoniveau
(Mead) = het idee dat iemand zich gaat gedragen naar het etiket dat op een bepaalde groep wordt geplakt. Er is dan sprake van stereotypering en selffulfilling prophecy.
Bijvoorbeeld: door racisme worden in Amerika zwarte Amerikanen sneller als crimineel bestempeld dan witte Amerikanen
Slide 8 - Diapositive
Structurele deviantietheorie
macroniveau
= criminaliteit is het logische resultaat van sociale ongelijkheid in de samenleving. In een kapitalistische samenleving hebben sommige mensen meer machtsmiddelen dan een ander.
Slide 9 - Diapositive
Immateriële en materiële schade
We onderscheiden twee soorten gevolgen van criminaliteit:
Materiële gevolgen: schade en het verlies van bezittingen
Immateriële gevolgen: gevoel en beleving van slachtoffers, zoals trauma en reputatieschade.