10 november beginners les 9

dinsdag 10 november
persoonlijke voornaamwoorden
bezittelijke voornaamwoorden

boekje hoofdstuk 9 
liedje: anders nog iets?
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

dinsdag 10 november
persoonlijke voornaamwoorden
bezittelijke voornaamwoorden

boekje hoofdstuk 9 
liedje: anders nog iets?

Slide 1 - Diapositive

gebeuren - gebeuren
zingen   -  gezongen
vallen - gevallen
krijgen  - gekregen
vinden - gevonden
schrikken - geschrokken
geven - gegeven
geboren -geboren
springen -gesprongen
zingen -gezongen
kopen -gekocht
zoeken -gezocht
lezen -gelezen
schrijven -geschreven
spreken -gesproken
kijken- gekeken

Slide 2 - Diapositive

de mandarijn
marsepein

Slide 3 - Diapositive

de aubergine
de garnaal

Slide 4 - Diapositive

het appelgebak
de sardine

Slide 5 - Diapositive

de rode kool
de boerenkool

Slide 6 - Diapositive

de buurt
het skatepark

Slide 7 - Diapositive

de fontein

het internetcafé

Slide 8 - Diapositive

boeiend = leuk
fantastisch = erg leuk

Slide 9 - Diapositive

de kapper
de pizzeria

Slide 10 - Diapositive

de aardbol
de globe= 
de hemel

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Luister
Wat heb je gehoord?

Slide 13 - Diapositive

Luister nog een keer
en lees mee.
Onderstreep de
moeilijke woorden.

Slide 14 - Diapositive

Welke woorden vind je
moeilijk?

Slide 15 - Diapositive

We gaan de tekst 
samen lezen.

Slide 16 - Diapositive

Maak opdracht B en C.
We kijken samen na.

Slide 17 - Diapositive

- Maak opdracht D, E en F1
- Lever in bij mij

Klaar?        Junior Einstein

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

De tandarts is vandaag afwezig,  want                 is ziek.                 
Nina vindt John leuk. Ze is verliefd op 
Wanneer gaan                     verhuizen?
Hoeveel boterhammen eet                   per dag? 
hij
je
ik
hem
zij

Slide 20 - Question de remorquage

Zijn deze oorbellen van haar?

'haar' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 21 - Quiz

Komen jullie ook naar de kampioenswedstrijd kijken?

'jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 22 - Quiz

Jullie paspoorten zijn niet meer geldig.

'Jullie' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 23 - Quiz

Deze spaghetti is speciaal voor mij gemaakt.

'mij' is een
A
bezittelijk vnw.
B
persoonlijk vnw.

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

- Maak opdracht 2 t/m 5
- Lever in bij mij

Klaar?         Zappbios

Slide 26 - Diapositive

Kijk mee

Slide 27 - Diapositive

Typ de bezittelijke voornaamwoorden:
Mijn kamer is een grote bende terwijl zijn kamer erg schoon is.

Slide 28 - Question ouverte

Van onze ouders moet ik mijn kamer schoonmaken. En voor straf ook hun kamer.

Slide 29 - Question ouverte

Jouw schrift lag in hun kamer en ons boek lag daar ook.

Slide 30 - Question ouverte

Op het schrift stonden de woorden 'uw huis is niet het uwe'.

Slide 31 - Question ouverte

Ik wil jouw schrift houden, want jij hebt nog steeds mijn nieuwe spelcomputer.

Slide 32 - Question ouverte

Ik heb nu de spelcomputer van jouw zusje geleend, maar ze wil haar spelcomputer graag terug.

Slide 33 - Question ouverte

Een jongen uit mijn klas heeft ook een leuk spel, maar het is eigenlijk van zijn vader.

Slide 34 - Question ouverte

Die vader is gek op games en alle spellen in hun huis zijn dan ook de zijne.

Slide 35 - Question ouverte

- Maak Quiz les 7-8-9.
- Lever in bij mij

Klaar?
Junior Einstein (Cito groep 5 of 6 / Taal-Grammatica / Woordbenoeming 3 / Bezittelijk voornaamwoord)

Slide 36 - Diapositive

Zeg na

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien

bijvoeglijke naamwoorden
het is warm               de warme dag
het is koud               de koude dag
de jas  is goedkoop    de goedkope jas
de jas is duur     de dure jas
de trui is kort        de korte trui
de broek is lang        de lange broek
het huis is hoog         het hoge huis  

Slide 39 - Diapositive

rood             ro-de
ee - e                  geel                 ge-le
     aa -  a                 traag             tra- ge 
  uu -u                   duur               du-re 
dik       di-kke  
vlug    vlu-gge

Slide 40 - Diapositive

hard
dicht
stuk
uit
nacht
leeg
koud
dun
lang
klein
snel
mooi

Slide 41 - Question de remorquage

De ..................muur
A
hooge
B
hoge
C
hogge
D
hoogge

Slide 42 - Quiz

De .............schildpad
A
traag
B
traage
C
traagge
D
trage

Slide 43 - Quiz

het ...........jongetje
A
slimme
B
slim
C
slime
D
slimmee

Slide 44 - Quiz