MEET klas 1 Woe 25 maart

Nederlands week 2- les 2 (meet)
klas 1A om 10:00 uur
klas 1B om 10:20 uur
klas 1C om 10:40 uur

Chromebook en mobieltje nodig.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Nederlands week 2- les 2 (meet)
klas 1A om 10:00 uur
klas 1B om 10:20 uur
klas 1C om 10:40 uur

Chromebook en mobieltje nodig.

Slide 1 - Diapositive

Lesplan Nederlands week 2-les 2 (meet)
Bespreken
  • werkwijze met planners in Classroom
  • Bespreken van corona-dagboeken
  • Bespreken van het verhaal
  • Herhaling zinsdelen

Lesdoel
  • Alle leerlingen kunnen een meewerkend voorwerp herkennen en trappen niet in de 'valkuilen'.

Slide 2 - Diapositive

Werken met de thuiswerk-planner en Classroom

  • Steeds goed lezen wat je moet doen in de planner 
  • Lever werk in via Classroom op de dag waarop dat werk staat opgegeven.
Dagboek

  • iedere vrijdag minimaal drie teksten toevoegen aan je dagboek. Het dagboek groeit dus iedere week.
  • let op: ik geef af en toe een gerichte schrijfopdracht. 

Slide 3 - Diapositive

Theorie


Wat weten jullie nu over het meewerkend voorwerp?
 
Vul in op de volgende dia. 

Slide 4 - Diapositive

timer
1:00
meewerkend
voorwerp

Slide 5 - Carte mentale

Dit weet je inmiddels (als het goed is)

  • Het meewerkend voorwerp is een zinsdeel
  • Je zoekt het als je eerst het ond. en het l.v. hebt gevonden. (vaste volgorde gebruiken!)
  • Je vindt het meew.vw door een van de twee vragen te stellen: aan wie/voor wie + gez+ond+lv
  • Je kunt aan of voor vaak weglaten of toevoegen.
  • Je hebt meestal een persoon die een voorwerp aan een ander persoon geeft of iets voor een ander persoon doet.


Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld:

Mijn broer leent zijn laptop (aan) zijn beste vriend uit.

Je moet (aan) haar wel dat boek teruggeven.

Slide 7 - Diapositive


PAS OP:  Luister goed naar de vraag! Klopt die wel?

De agent staat voor het stoplicht te wachten.  

Het huis staat aan het park.

De strandwacht waarschuwde de zwemmers voor de stroming.

Je moet je jas aan de kapstok hangen.

Slide 8 - Diapositive

Marieke geeft Lars de mayonaise.
REST
ond
  lv
mv

Slide 9 - Question de remorquage

Jasper hangt de poster aan de muur.
REST
ond
  lv
mv

Slide 10 - Question de remorquage

Jasper staat voor het klaslokaal.
REST
ond
  lv
mv

Slide 11 - Question de remorquage

Voor iedereen heeft Lars falaffel gebakken.
REST
ond
  lv
mv

Slide 12 - Question de remorquage

En hoe nu verder?

In de planner staat wat je de rest van dit lesuur moet doen. (verhaal lezen, dagboek schrijven).

Deze LessonUp deel ik met de klas. Code zet ik in Classroom 

 Jasper geeft (aan) de leerlingen een duimpje voor hun inzet.

 

Slide 13 - Diapositive