23-24 1MH Grammatica Woordsoorten - les 1



● Herhaling: werkwoordspelling
● Uitleg: grammatica woordsoorten
● Aan de slag
● Vragen
 ● Afsluiting
Welkom bij het vak Nederlands
Leg je lesboek, schrift, laptop en etui op tafel.
Wat gaan we doen?
Leesboeken
op de hoek van je tafel.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon



● Herhaling: werkwoordspelling
● Uitleg: grammatica woordsoorten
● Aan de slag
● Vragen
 ● Afsluiting
Welkom bij het vak Nederlands
Leg je lesboek, schrift, laptop en etui op tafel.
Wat gaan we doen?
Leesboeken
op de hoek van je tafel.

Slide 1 - Diapositive

Beginpagina zonder timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.
BOY7

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn er nog vragen over werkwoordspelling?

7 vormen van werkwoorden
spelling van PVTT, PVVT, VD

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woordsoorten ken je?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je weet wat een werkwoord , lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord is.

Je kunt een werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord in een zin benoemen.




 


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WERKWOORD (WW)
- Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt.
- Je kunt een werkwoord vervoegen. 
Let op! Minimaal 1 werkwoord per zin. 


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
verhuizen
heb
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
tent
bijzonder
denken
lopen
huilen
moeten
wil
geeft

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

LIDWOORD
(LW)

- de, het, een

- bepaald lidwoord: de, het
- onbepaald lidwoord: een

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
Glas
Prachtig
Honden
Vriendschap
voor
Hengelo
die
alweer

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

ZELFSTANDIG NAAMWOORD (ZN)

mensen          dieren
planten           dingen
gevoelens

Let op: eigen namen en aardrijkskundige namen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BIJVOEGLIJKE NAAMWOORD (BN)

BN zegt iets over een ZN.

St.BN zegt iets over het materiaal waarvan een ZN gemaakt is. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoeglijk naamwoord
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
beroemde
vriendelijke
metalen
ijzeren
enthousiaste
plastic

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

VOORZETSEL (VZ)

Voorzetsels zijn woorden die een plaats, tijd of reden/oorzaak aangeven.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PERSOONLIJKE   VOORNAAMWOORDEN
BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

AAN DE SLAG
- Cursus 5: Grammatica
     Paragraaf 9 WS mixopdrachten
     Maak: opdracht 1 t/m 6 
     + op eigen niveau opdracht 7 & 8
- De brug OVERSTAPPEN
      Grammatica paragraaf 4
      Maak: opdracht  1 t/m 3
- Klaar? Ga in stilte lezen in jouw eigen leesboek. 

 
 




timer
45:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MORGEN

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions