Grammatica: bijvoegelijk naamwoord

Taal Actief 4
Bijvoeglijk naamwoord 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Taal Actief 4
Bijvoeglijk naamwoord 

Slide 1 - Diapositive

Wat is een bijvoeglijk naamwoord? 
Bijvoeglijk naamwoorden zeggen iets over het zelfstandige naamwoord. Ze staan meestal ook voor het zelfstandige naamwoord. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Diapositive

Opdracht
Schrijf de bijvoeglijke naamwoord (en) op. 
Schrijf de antwoorden onder elkaar!

Slide 5 - Diapositive

De oude man kocht toch nog
een nieuwe fiets

Slide 6 - Question ouverte

Die stille jongen kreeg
een prachtig boek.

Slide 7 - Question ouverte

Maak zelf een zin met maar één bijvoeglijk naamwoord!

Slide 8 - Question ouverte

Jan fietste met een grote vaart over dat kleine bruggetje.

Slide 9 - Question ouverte

zelfstandig naamwoord
 Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig
naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
peren
aardige
auto
Roos

lokalen
klein

Slide 10 - Question de remorquage

Dat nieuwe boek in die grijze
kaft is prachtig.

Slide 11 - Question ouverte

Ik weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage