23/24 week 7 les 1

1 / 26
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Demain
Ce clip a été réalisé
avec des personnes
du public pendant
notre tournée
des festivals

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Waar zou het liedje over kunnen gaan?

Slide 6 - Question ouverte

  • Le vlog - deadline vandaag
  • le jeu de l'oie (la semaine dernière)
  • Verbes -er en -ir
  • écouter
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met werkwoordsvormen
  • heb ik geoefend met het maken van korte zinnen in het Frans.
  • heb ik geoefend met luisteren in het Frans

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Werkwoorden -er
Tegenwoordige tijd?
Passé composé? 
Futur?
Wat zijn de regels?

Slide 9 - Diapositive

je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
UITGANGEN

van de 
werkwoorden
op

-ER

Slide 10 - Diapositive

Vertaal en schrijf op!
De vrienden kijken een film
De vrienden hebben een film gekeken
De vrienden zullen een film kijken

Slide 11 - Diapositive

3e persoon meervoud
Les amis regardent un film.
Les amis ont regardé un film
Les amis regarderont un film

Les amis kun je vervangen door 'ils'

Slide 12 - Diapositive

Vergelijk met het Nederlands: hebben of zijn

-re en -ir hoef je nu niet te kennen!

Slide 13 - Diapositive

*** Le passé composé ***
STAP 1: AVOIR (OF ÊTRE) vervoegen
STAP 2: VOLTOOID DEELWOORD toevoegen
STAP 3: pas EVENTUEEL het voltooid deelwoord aan
 
(écouter)           J'              .. ai ..     ......écouté.....
(entrer)               Elle        ..........      ........................
(rester)                Ils           .............     .........................
(aimer)                Tu            .............     .........................

 




Slide 14 - Diapositive

Werkwoorden -ir
Futur?
Wat zijn de regels?

Slide 15 - Diapositive

Basiswoordenlijst
Classroom - werkwoorden
-er (présent, passé composé, futur)
-ir - futur

Leer de betekenissen van deze werkwoorden!

timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Mon frère (zal wonen) ... en France.

Slide 17 - Question ouverte

Quand est-ce que (jij zult beeindigen) ton bac?

Slide 18 - Question ouverte

(jullie zullen kiezen) une filière.

Slide 19 - Question ouverte

Mes amis (zijn teruggekomen)......

Slide 20 - Question ouverte

Ik heb mijn vrienden ontmoet.

Slide 21 - Question ouverte

Zij kijken naar een film.

Slide 22 - Question ouverte

Anne is aangekomen (arriver)

Slide 23 - Question ouverte

Wij hebben samen de pauze doorgebracht.

Slide 24 - Question ouverte

écouter
Exercices 12 et 13

Slide 25 - Diapositive

Les devoirs
Leren werkwoorden -er en -ir
(basiswoordenlijst)

Maken exercices 16 f en 16 g blz 95.

Slide 26 - Diapositive