Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Piramide van biomassa
Slide 1 - Diapositive
De producenten in de voedselketen leggen door fotosynthese zonne-energie vast in energierijke organische stoffen
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quiz
Heeft de piramide van aantallen altijd een piramidevorm?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Bij welke voedselrelatie hoort de piramide van aantallen?
A
een voedselweb
B
voedselketen
Slide 4 - Quiz
per schakel neemt de energie in de voedselketen
A
toe
B
af
Slide 5 - Quiz
Wat laat de piramide van aantallen zien?
A
Hoeveel diersoorten er in een schakel zijn
B
De soorten dieren in een gebied
C
Hoeveel individuen er in een schakel voorkomen
Slide 6 - Quiz
Welke piramide is de piramide van biomassa?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 7 - Quiz
Op 1 roos leven wel 100 bladluizen, hier eten 10 lieveheersbeestjes van.
Hoe ziet de piramide van biomassa eruit?
A
B
C
D
Slide 8 - Quiz
In een voedselketen verdwijnt energie door :
A
verbranding en uitpoepen onverteerbare stoffen
B
fotosynthese en uitpoepen onverteerbare stoffen
Slide 9 - Quiz
Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramidevorm?
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren
Slide 10 - Quiz
Piramide van aantallen In de afbeelding zie je 4 piramiden.
Welke piramide hoort bij de keten
plant -> bladluis -> lieveheersbeestje?
A
piramide A
B
piramide B
C
piramide C
D
piramide D
Slide 11 - Quiz
Op 1 roos leven wel 100 bladluizen, hier eten 10 lieveheersbeestjes van.
Hoe ziet de piramide van aantallen eruit?
A
B
C
D
Slide 12 - Quiz
In een weiland bestaat een bepaalde voedselketen uit de volgende organismen: eikenboom --> bladluis --> lieveheers beestje --> merel Deze voedselketen wordt weergegeven in een piramide van aantallen. In welke piramide is de piramide van aantallen op de juiste manier getekend?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 13 - Quiz
In de afbeelding is een piramide van biomassa getekend van de voedselketen:
gras → sprinkhaan → spitsmuis Welke beweringen is juist?
A
Uit 22 kg biomassa in grasplanten wordt 1 kg biomassa in spitsmuizen gevormd
B
Uit 22kg biomassa in sprinkhanen wordt 1 kg biomassa in spitsmuizen gevormd
C
Uit 1 kg biomassa grasplanten wordt 22 kg biomassa in sprinkhanen gevormd
D
Uit 22 kg biomassa in grasplanten wordt 1 kg biomassa in sprinkhanen gevormd
Slide 14 - Quiz
Wat zit er altijd in de onderste laag van een piramide van biomassa?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent
D
Koolstofdioxide
Slide 15 - Quiz
Tot de piramide van aantallen van afbeelding 1 behoren ook carnivoren Tot welke schakel of schakels van afbeelding 1 behoren de carnivoren?
A
alleen schakel 4
B
alleen schakel 3 en 4
C
alleen schakel 2, 3 en 4
D
schakel 1, 2, 3 en 4
Slide 16 - Quiz
Van het schema hieronder kan een piramide van biomassa worden gemaakt. Welke organismen horen bij laag S in de afbeelding hiernaast?