2.1 Kom je ermee uit?

4 Kader
2.1 Kom je ermee uit?
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

4 Kader
2.1 Kom je ermee uit?

Slide 1 - Diapositive

Herhaling lesdoelen intro H2
  • Waardenk jij aan bij het woord geld?
  • Welke functies heeft geld?
  • Welke soorten geld kennen we?
  • Wat kun jij met geld doen?
  • Welke passen kennen we?

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen 2.1
  • Soorten geld
  • Creditsaldo en Debetsaldo
  • Functies van geld
  • Directe ruil & Indirecte ruil
  • Wisselkoersen berekenen

Slide 3 - Diapositive

Soorten geld

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Directe & Indirecte ruil

Slide 6 - Diapositive

Wisselkoersen: 3 berekeningen

  1. Vreemde valuta (= buitenlands geld --> €
  2. € --> vreemde valuta
  3. Ik wil een 'X' aantal buitenlands geld hebben, hoeveel € heb ik daarvoor nodig?


Let op! De bank rekent provisie (= administratiekosten)


Slide 7 - Diapositive

Vreemde valuta (= buitenlands geld --> €

Vreemde valuta : de wisselkoers bij 'u verkoopt'

Slide 8 - Diapositive

Wij hebben 325 Turkse Lira. Hoeveel euro's krijg je terug?
timer
1:00
timer
1:00
timer
1:00
timer
1:00
A
€ 144
B
€ 144,09
C
€ 145
D
€ 145,09

Slide 9 - Quiz

€  --> vreemde valuta
Aantal euro’s keer de wisselkoers bij ‘u koopt’



Slide 10 - Diapositive

Wij hebben €200. Ik wil Amerikaanse dollars. Hoeveel dollars krijg ik terug?

A
$ 244,00
B
$ 244
C
$ 245,00
D
$ 245

Slide 11 - Quiz

Ik wil een 'X' aantal buitenlands geld hebben, hoeveel € heb ik daarvoor nodig?
vreemde valuta : de wisselkoers bij ‘u koopt'

Slide 12 - Diapositive

Wij willen 125 Britse ponden. Hoeveel euro's heb ik daarvoor nodig?
A
€ 157,10
B
€ 158,20
C
€ 158, 22
D
€ 158,23

Slide 13 - Quiz

Provisiekosten (= administratiekosten)

Als jij vreemd geld koopt -> provisiekosten erbij optellen


Als jij vreemd geld verkoopt --> van jouw te ontvangen bedrag afhalen

Slide 14 - Diapositive

Wij hebben 320 Turkse Lira. Hoeveel euro's krijg je terug?
A
€ 142
B
€ 142,85
C
€ 142,86
D
€ 143,04

Slide 15 - Quiz

Wij hebben €205. Ik wil Amerikaanse dollars. Hoeveel dollars krijg ik terug?

A
$ 250,10
B
$ 250,15
C
$ 250,20
D
$ 250,21

Slide 16 - Quiz

Wij willen 120 Britse ponden. Hoeveel euro's heb ik daarvoor nodig?
A
€ 151,30
B
€ 151,90
C
€ 151,99
D
€ 153,20

Slide 17 - Quiz

Welk voorbeeld is GEEN voorbeeld van directe ruil
A
banaan voor een pen
B
banaan voor geld
C
pen voor een appel
D
appel voor een banaan

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van chartaal geld?
A
creditcard
B
bankpas
C
biljetten
D
pinpas

Slide 19 - Quiz

Wat is een voorbeeld van giraal geld?
A
munten
B
bankbiljetten
C
betaalpas
D
flippo's

Slide 20 - Quiz

Wat zijn Vreemde Valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 21 - Quiz

Extra uitleg

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

 Nog transactiekosten/provisie?
Let op of je nog transactiekosten moet betalen.
Transactiekosten, een ander woord hiervoor is provisiekosten, zijn extra kosten voor het wisselen van geld. Die betaal je altijd in euro’s als je in Nederland omwisselt naar vreemd geld.

Als je vreemd geld verkoopt aan de bank, dan wordt de provisie afgetrokken van het euro-bedrag dat je ontvang, als je vreemd geld koopt van de bank dan moet je de provisie bijtellen bij het euro-bedrag dat je moet betalen.

Slide 26 - Diapositive