Klimaat

 Klimaat (verandering)
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

 Klimaat (verandering)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
Aan het einde van de les weet ik
  • wat klimaatverandering is
  • hoe ik de gevolgen kan herkennen
  • wat de belangrijkste broeikasgassen zijn
  • hoe ik het broeikaseffect kan uitleggen

Slide 2 - Diapositive

Wat denk je aan bij het woord
'klimaatverandering?'

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
landklimaat
B
tropisch klimaat
C
(gematigd) zeeklimaat
D
poolklimaat

Slide 5 - Quiz

Noem minimaal twee gevolgen van de stijging van de temperatuur op aarde:

Slide 6 - Question ouverte

De aarde wordt warmer
Het klimaat verandert door de natuur maar ook door de mens. Dit zie je vooral terug in het broeikaseffect. Veel bedrijven stoten veel CO2 uit. Dat is een broeikasgas. Bij een natuurlijk broeikaseffect wordt de warmte dat van de aarde komt tegengehouden door de broeikasgassen en de wolken. Hierdoor is er op aarde een fijne temperatuur. Als dit er niet zou zijn, zou het gemiddeld -18 graden zijn op de aarde!

De mens heeft alleen gezorgd dat er een versterkt broeikaseffect is. Er komen steeds meer broeikasgassen in de lucht door het autoverkeer, kappen en verbranden van bossen, fabrieken en energieproductie. Hoe meer broeikasgassen er in de lucht zijn, hoe meer warmte ze vasthouden. Hierdoor warmt de aarde op. Ook het warmstoken van huizen draagt bij aan de opwarming van de aarde.

De natuurlijke oorzaken en de oorzaken door de mens samen zorgen ervoor dat de aarde nu heel snel opwarmt.

Slide 7 - Diapositive

De mens heeft alleen gezorgd dat er een versterkt broeikaseffect is. Er komen steeds meer broeikasgassen in de lucht door het autoverkeer, kappen en verbranden van bossen, fabrieken en energieproductie. Hoe meer broeikasgassen er in de lucht zijn, hoe meer warmte ze vasthouden. Hierdoor warmt de aarde op. Ook het warmen van huizen draagt bij aan de opwarming van de aarde.

De natuurlijke oorzaken en de oorzaken door de mens samen zorgen ervoor dat de aarde nu heel snel opwarmt. De gemiddelde wereldtemperatuur is al met 0,8 °C gestegen. En de temperatuur van Nederland is zelfs met meer dan 1,5 °C gestegen. Dit heeft ook weer meerdere oorzaken, zoals de warme wind en meer zonnestraling.

Slide 8 - Diapositive

De natuurlijke oorzaken en de oorzaken door de mens samen zorgen ervoor dat de aarde nu heel snel opwarmt. De gemiddelde wereldtemperatuur is al met 0,8 °C gestegen. En de temperatuur van Nederland is zelfs met meer dan 1,5 °C gestegen. Dit heeft ook weer meerdere oorzaken, zoals de warme wind en meer zonnestraling.


Slide 9 - Diapositive

Zonder natuurlijke broeikasgassen, hoeveel graden zou het dan op aarde zijn?
A
+32
B
+15
C
-10
D
-18

Slide 10 - Quiz

Wat voor invloed heeft 1,5 graad opwarming, denk je?

Slide 11 - Question ouverte

Kijk goed naar de afbeelding; hier komt een vraag over

Slide 12 - Diapositive

Probeer het broeikaseffect uit te leggen in je eigen woorden. Het wordt warmer op aarde want.......

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Noem minimaal drie dingen die gebeuren bij 1,5 graad opwarming:

Slide 15 - Question ouverte

Noem minimaal drie dingen die gebeuren als het 2 graden warmer wordt:

Slide 16 - Question ouverte

Waar maak jij je het meest zorgen om?
Aantasting koraal
Stijging zeespiegel
Minder drinkwater
Meer hittegolven
Geen zee-ijs meer rond de Noordpool
Insecten verliezen hun leefgebied

Slide 17 - Sondage

Vind je het belangrijk om de opwarming van de aarde te remmen? Waarom wel? Waarom niet?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Vidéo

Wat betekent CO2?
A
Methaan
B
Fluorgas
C
Koolstofdioxide
D
Waterdamp

Slide 20 - Quiz

Wat zorgt voor meer uitstoot?
A
Huis verwarmen, voeding en vliegen
B
Zonnepanelen
C
Fietsen
D
Veel cola drinken en boeren laten

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Wat is de scheikundige notatie voor methaan?
A
CO3
B
CH4
C
R010
D
020A

Slide 23 - Quiz

Welk antwoord is NIET goed? Methaan wordt op natuurlijke wijze door microben geproduceerd bij:
A
Rijstvelden
B
Koeienscheten
C
Een vuilnisbelt
D
Een kerncentrale

Slide 24 - Quiz

Wat is permafrost denk je?

Slide 25 - Question ouverte

Hoe kunnen we methaan uitstoot verminderen? Kies het FOUTE antwoord
A
Meer koeien nemen
B
Lekkage voorkomen
C
Het gas opvangen en gebruiken
D
Minder vlees en zuivel consumeren

Slide 26 - Quiz

CO2 is de afkorting van koolstofdioxide. Het wordt ook wel koolzuurgas genoemd. De twee belangrijkste bronnen van CO2 zijn fossiele brandstoffen en verandering van landgebruik. Naast de uitstoot door fossiele brandstoffen zorgt verandering van landgebruik ook voor CO2 emissies. Er vindt ontbossing plaats om bijvoorbeeld ruimte te maken voor landbouwgrond. Hierbij komt de CO2 die in het hout is vastgelegd in de lucht terecht.
Methaan (CH4) komt vooral vrij bij de veeteelt. Koeien, schapen en geiten produceren methaan bij het verteren van voedsel. Die methaan komt via hun adem, boeren en scheten in de lucht. Verder komt er methaan vrij bij het verbouwen van rijst en uit afvalstortplaatsen. Methaan is een sterk broeikasgas: 1 kilo methaan heeft hetzelfde effect als 28 kilo CO2.

Slide 27 - Diapositive

Van alle broeikasgassen die de mens uitstoot, is CO2 het belangrijkst. Ruim de helft van het versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt door CO2. Methaan staat met 16% op de tweede plaats. Waterdamp is ook een belangrijk broeikasgas, maar de mens brengt dit niet zelf in de lucht.

Waterdamp is ook een broeikasgas. Door de opwarming van de aarde wordt de lucht warmer, en warme lucht kan meer waterdamp bevatten. Omdat waterdamp een broeikasgas is, zorgt die extra waterdamp in de lucht voor meer opwarming, waardoor de lucht nog meer waterdamp kan bevatten, waardoor de aarde nog verder opwarmt enzovoort. Zo versterkt het broeikaseffect van waterdamp zichzelf. Mensen kunnen niets doen of laten om de hoeveelheid waterdamp in de lucht te sturen.

Slide 28 - Diapositive

Voor de volgende les:
Zoek woorden en begrippen op die horen bij "uitputting van de aarde" 
Schrijf ze op en neem het blaadje mee.

Slide 29 - Diapositive

De les vond ik:
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

Slide 31 - Diapositive