H4 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden

H4 Lezen 
Lesdoel: Je leert over tekstverbanden en signaalwoorden.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H4 Lezen 
Lesdoel: Je leert over tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 1 - Diapositive

Tekstverbanden
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's heet het verband in de tekst. 

- Verbanden zijn er tussen woorden.
- Verbanden zijn er tussen zinnen.
- Verbanden zijn er tussen alinea's.
- Die worden vaak aangegeven door signaalwoorden. 
- Alinea's kunnen bij elkaar horen en vormen dan samen een deelonderwerp.

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld
1) Gisteren hebben we het gehad over de hoofdgedachte van de tekst. Nu gaan we het hebben over tekstverbanden en signaalwoorden.


Slide 3 - Diapositive

Lees dit nu even door

Dit staat ook op de eerste pagina van H4 lezen.


Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld per tekstverband
Chronologisch verband (gebeurtenissen worden in de juiste volgorde beschreven):

Eerst gaan we een voorgerecht eten en daarna eten we het hoofdgerecht. 

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld per tekstverband
Opsommend verband (er worden dingen achter elkaar opgenoemd):

Ik ga op reis en ik neem mijn tandenborstel mee en tandpasta. Ook neem ik mijn pyjama mee. 
of:
Ik ga op reis en ik neem mee:
- een tandenborstel
- tandpasta
- een pyjama

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld per tekstverband
Tegenstellend verband (er worden tegenovergestelde zaken genoemd):

Ik moet mijn tanden poetsen, maar dat vind ik niet zo leuk.

Ik moet mijn tanden poetsen, echter dat vind ik niet zo leuk.


Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld per tekstverband
Toelichtend verband (er wordt extra informatie gegeven bij een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld):

Ik heb heel veel huiswerk, zo moet ik alle tekstverbanden voor Nederlands nog leren.

Ik houd heel erg veel van eten, bijvoorbeeld van pasta.

Slide 8 - Diapositive

Als ik naar school ga, moet ik eerst met de metro naar Zuid, dan met de bus naar Hoofddorp en vervolgens nog een stuk fietsen.

Wat voor tekstverband is dit?
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 9 - Quiz

Hoewel hij arm is, leidt hij een heel gelukkig leven.

Wat voor tekstverband is dit?
A
chronologisch
B
opsommend
C
toelichtend
D
tegenstellend

Slide 10 - Quiz

Om te beginnen vind ik dit boek erg vervelend om te lezen. Verder zou ik graag een ander thema willen kiezen.

Wat voor tekstverband is dit?
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 11 - Quiz

Mijn vader maakt graag Italiaanse gerechten, zoals pasta en pizza.

Wat voor tekstverband is dit?
A
chronologisch
B
opsommend
C
tegenstellend
D
toelichtend

Slide 12 - Quiz